30 procent van de cliëntondersteuners kan niet onafhankelijk werken

Het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning is vastgelegd in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz).

Een op de drie cliëntondersteuners ervaart echter dat hun onafhankelijkheid ernstig onder druk staat. Zorgkantoren en gemeenten oefenen druk uit, bijvoorbeeld om te voorkomen dat budgetten overschreden worden.

Dat blijkt uit onderzoek van de Christelijke Hogeschool Ede, in opdracht van de Beroepsvereniging van Cliëntondersteuners (BCMB). De BCMB zet zich in voor de kwaliteit van de cliëntondersteuning en wilde met dit onderzoek van de beroepsgroep zelf horen hoe zij hun werk ervaren. Hoe staat het met onafhankelijkheid?

Aan het onderzoek werkten ruim 200 cliëntondersteuners voor zorgvragers in de Wmo en de Wlz mee. Hoewel er verschillen bestaan tussen beide groepen, is de stand van zaken over de hele linie zorgwekkend, zo laat het onderzoek zien.

Doorverwijzingen
Cliëntondersteuners helpen hun cliënt de weg te vinden in het zorglandschap en behartigen de belangen van hun cliënten. Van de cliëntondersteuners die binnen de Wlz werken, geeft maar liefst 31 procent van de respondenten aan dat hun onafhankelijkheid daarbij onder druk staat. De cliëntondersteuners bewegen zich in een complex veld. Zo zijn ze afhankelijk van de zorgkantoren en zorgaanbieders die de cliënten naar hen door moeten verwijzen.

Lees hier het volledige artikel.