Burger moest zelfredzamer worden en meer ‘in zijn kracht’ staan. Maar wat komt van die zorghervorming terecht?

Het is het mantra van de zorghervorming van 2015 en inmiddels een cliché geworden: burgers moeten ‘in hun eigen kracht’ worden gezet; oftewel, de overheid moet hen minder pamperen, de burger moet zo veel mogelijk zelfredzaam zijn en, als er problemen zijn, eerst zijn eigen netwerk inschakelen voor hulp.

Hoe gaat het de gemeenten, zorgverleners en patiënten af? Het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzocht die vraag.

De helft van de gemeenten zegt in een enquête dat het ‘een beetje’ lukt om zelfredzaamheid en participatie te bevorderen onder burgers met een hulpvraag. Ruim een kwart zegt dat het goed lukt, en bijna een zesde weet het niet of kan het niet inschatten. Geen enkele gemeente geeft aan dat het niet lukt. Dit blijkt uit het rapport de WMO 2015 in de praktijk dat het Sociaal en Cultureel Planbureau gisteren presenteerde.

Onderzoekers in het rapport: Hoezo moet iemand met dementie of iemand met ernstige psychische klachten zelfredzaam zijn?

‘Ga niet bij dak- en thuislozen beginnen over zelfredzaam, ga niet met mensen met ernstige ggz-problematiek beginnen over zelfredzaam’, aldus een belangenbehartiger.

Dementie en psychische problemen
Ook zeggen de gemeenten dat van alles nog in ontwikkeling en beweging is bij zowel gemeenten als aanbieders, waardoor zicht op resultaten vaak ontbreekt. Sommige gemeenten zeggen ook meer instrumenten nodig te hebben om voortgang überhaupt te kunnen meten.

Maar op de meest kwetsbare groepen is deze zelfredzaamheid niet of slechts in beperkte mate van toepassing: op mensen met dementie, psychische problemen, verslaving of een verstandelijke beperking, merken de gemeenten in de praktijk.

Lees hier het volledige artikel.

Lees hier het artikel van het Sociaal Cultureel Planbureau.