Door e-health betere zorg en meer eigen regie

Minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (beiden VWS) willen dat de mogelijkheden van e-health beter worden benut. De bewindslieden zien veel nieuwe technologieën waar mensen veel baat bij kunnen hebben, maar merken dat een brede toepassing nog vaak achterblijft.

Schippers en Van Rijn gaan daarom met zorgpartijen aan de slag om ervoor te zorgen dat bewezen toepassingen van e-health daadwerkelijk van de grond komen. Dit staat in hun brief ‘e-health en zorgverbetering’ die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Met behulp van nieuwe technologieën wordt de communicatie tussen zorgverlener en de patiënt (op afstand) makkelijker, waardoor de zorg meer en beter rondom de patiënt kan worden georganiseerd. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat dergelijke toepassingen worden ingezet op het moment wanneer de zorgaanbieder en patiënt dit samen zinvol vinden. Het wordt voor mensen zo makkelijker en aantrekkelijker om zorg in te passen in hun dagelijks leven. Dit sluit aan bij de wens van velen om meer regie over hun eigen leven te kunnen voeren, of ze nu gezond zijn, een beperking of een (chronische) aandoening hebben.

Schippers en Van Rijn stellen dat door meer technologie er meer ruimte komt voor de menselijke kant van de zorg. Omdat technologie hun werk uit handen neemt, krijgen zorgverleners meer tijd voor persoonlijke aandacht en een luisterend oor. De omslag naar e-health levert dan ook meer kwaliteit van leven, meer gezondheid en meer comfort op. Beide bewindslieden hebben in samenspraak met allerlei partijen uit de zorg 3 ambities geformuleerd om via e-health de kwaliteit van leven te verhogen.

3 ambities

  1. Binnen 5 jaar heeft 80% van de chronisch zieken direct toegang tot bepaalde medische gegevens, waaronder medicatie-informatie, vitale functies en testuitslagen, en kan deze desgewenst gebruiken in mobiele apps of internetapplicaties. Van de overige Nederlanders betreft dit 40%. Dit heeft tot effect dat mensen bewuster zijn van hun eigen gezondheid en dat fouten in dossiers bij zorgverleners sneller opgespoord kunnen worden.

  2. Van de chronisch zieken (diabetes, COPD) en kwetsbare ouderen kan 75% die dit wil en hiertoe in staat is, binnen 5 jaar zelfstandig metingen uitvoeren, vaak in combinatie met gegevensmonitoring op afstand door de zorgverlener. Zij kunnen zo de voortgang van hun ziektebeeld volgen en krijgen door de regelmatige feedback inzicht in het effect van hun gedrag op hun ziekte. Dit zal het voor mensen makkelijker en aantrekkelijker maken trouw te zijn aan hun therapie.

  3. Binnen 5 jaar heeft iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt de mogelijkheid om – desgewenst – via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren. Naast beeldschermzorg wordt hierbij ook domotica ingezet. Dit draagt eraan bij dat mensen langer veilig thuis kunnen wonen.

Maatregelen

Om de mogelijkheden van e-health te kunnen benutten en bovenstaande ambities waar te maken, nemen Schippers en Van Rijn maatregelen om de juiste randvoorwaarden te scheppen. Zo worden er in de komende periode afspraken gemaakt hoe de informatie-uitwisseling tussen verschillende systemen kan worden bevorderd en is er in de nieuwe bekostiging van de huisartsenzorg, de aanspraak wijkverpleging, de Wet langdurige zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning ruimte om e-health in te zetten als onderdeel van zorg en ondersteuning. Daarnaast wordt er meer in gezet op kennisdeling en komt er ruimte voor nieuwe initiatieven.

Publicatie ‘De maatschappij verandert. Verandert de zorg mee?’

De afgelopen jaren is er sprake geweest van toenemende innovaties, waaronder op het gebied van e-health. De komende jaren zullen volgens de bewindslieden maatschappelijke en technologische trends in een stroomversnelling raken waardoor er grote veranderingen zullen optreden in de zorg. Deze omslag is beschreven in de publicatie ‘De maatschappij verandert. Verandert de zorg mee?’. De publicatie levert een bijdrage aan de discussie hoe de zorg in de toekomst georganiseerd moet worden.

Bron: Rijksoverheid.