Jonggehandicapten hebben nu eerder een baan, maar krijgen minder betaald

Sinds de Participatiewet is ingevoerd, hebben jonggehandicapten vaker een baan. Tegelijkertijd hebben ze nu ook een lager inkomen en leven ze in grotere financiële onzekerheid.

Dat blijkt uit de vorige week donderdag gepubliceerde analyse van economisch onderzoeksbureau SEO.

Vóór de invoering van de Participatiewet uit 2015 kregen gehandicapte personen vanaf hun achttiende verjaardag een levenslange Wajong-uitkering, een hoger bedrag dan de bijstand. Sinds het vorige kabinet (Rutte II) is de toegang tot de Wajong grotendeels gesloten. Nu is deze uitkering alleen nog bedoeld voor jongeren die nooit meer betaald werk kunnen doen. Wie nog wel zou kunnen werken valt nu bij werkloosheid, zoals alle andere Nederlanders, in de bijstand. Dit was volgens Rutte ll een goede stimulans om jonggehandicapten toch aan het werk te krijgen. Dat is volgens de onderzoekers van SEO gelukt, maar zij verdienen nu minder.

De onderzoekers volgden vier jaar lang de eerste groep jonggehandicapten die op hun 18de onder de nieuwe regels vielen. Hun loopbaan werd vergeleken met die van ongeveer 6.500 18-jarigen die een jaar eerder als laatsten instroomden onder de oude regeling. Van de laatste groep had 29 procent na drie jaar een baan, van de jongeren onder de nieuwe wet was dat na drie jaar 38 procent. Het betreft hier in driekwart van de gevallen een tijdelijk contract.

Lees hier het volledige artikel.