Meer geld voor ‘eerstelijns verblijf’

Per 1 januari is er meer geld beschikbaar voor het eerstelijns verblijf: de zorg die mensen ontvangen als ze ontslagen worden uit het ziekenhuis, maar nog niet naar huis kunnen. In totaal is er 213 miljoen euro beschikbaar voor deze zorg.

“Goede samenwerking tussen ziekenhuizen en verpleeghuizen kan helpen voorkomen dat ouderen onterecht in het ziekenhuis worden opgenomen of naar huis gaan terwijl ze er eigenlijk nog niet klaar voor zijn”, schreven minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn al in juli van afgelopen jaar, maar de alarmbellen gingen in het najaar nog regelmatig af. Het aantal mensen dat een ziekenhuisbed bezet hield, terwijl dat niet langer medisch noodzakelijk was, bleef voor de ziekenhuizen een groot probleem. ANBO blijft pleiten voor uitbreiding van het aantal zorgpensions, bijvoorbeeld in ziekenhuizen of verpleeginstellingen.

Zorgpensions kunnen oplossing zijn
Zorgpensions bieden precies die zorg tussen ziekenhuis en thuis. Knelpunt vormen ten eerste de zorgverzekeraars; zij moeten meewerken aan de financiering van deze (nieuwe) eerstelijnszorg, maar houden uitbreiding van het aantal zorgpensionbedden momenteel tegen. “Een bed in een ziekenhuis kost 900 à 1.000 euro per dag. Een bed in een verpleeghuis kost 80.000 per jaar, ofwel nog altijd 219 euro per dag. Een bed in een zorgpension kan al aangeboden worden voor 180 euro per dag. Probleem is dat ‘dure’ bedden nu niet met ‘goedkope’ patiënten zónder de juiste indicatie, gevuld mogen worden. Alleen instellingen die de lagere opbrengsten per bed begroot hebben kunnen ze nu aanbieden”, zo legt ANBO-bestuurder Liane den Haan uit.

Lees hier het volledige artikel.