Meer vergiftigingen door rookmachinevloeistof en chloortabletten

Meer dan de helft van de vergiftigingen in 2012 ontstond door het innemen van te veel geneesmiddelen, zoals rustgevende middelen en pijnstillers. Dit meldt het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum in het NVIC-Jaaroverzicht 2012. Opvallend was dit jaar de stijging van het aantal meldingen over vloeistof voor rookmachines en chloortabletten.
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) constateerde in 2012 een opvallend aantal meldingen over vloeistof voor rookmachines. Deze wordt gebruikt om kunstmatige mist of rook te creëren. In de voorgaande zes jaar waren er slechts vier meldingen over het opdrinken van rookvloeistof, in 2012 acht. Uit onderzoek van het NVIC blijkt dat rookvloeistof vaak verwisseld wordt met water en er per abuis koffie of thee van wordt gezet. Sommige merken rookvloeistof bevatten een hoge concentratie van het zeer giftige diethyleenglycol. Het opdrinken kan leiden tot ernstige nierschade en neurologische klachten. Het NVIC heeft dit gemeld bij de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). Een andere opmerkelijke stijging betreft het aantal meldingen over chloortabletten. Deze worden gebruikt om zwembaden en waterbedden te ontsmetten. De tabletten kunnen geen kwaad bij gebruik volgens de voorschriften in het zwembad. Bij inname van zo’n tablet kan echter ernstige schade ontstaan aan mond, keel, slokdarm en longen.

In Nederland bestaat geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen. Alleen vergiftigingen waarbij artsen en andere hulpverleners advies nodig hebben, worden bij het NVIC gemeld. Door het grote aantal informatieverzoeken per jaar, heeft het NVIC echter goed inzicht in trends. Irma de Vries, internist, toxicoloog en plaatsvervangend hoofd van het NVIC: “Het NVIC heeft een belangrijke signaalfunctie. Wij onderzoeken opvallende trends in vergiftigingen. Potentieel gevaarlijke situaties en producten kaarten wij aan bij de overheid, die dan maatregelen kan nemen. Zo kan het etiket worden aangepast of de verpakking veiliger worden gemaakt. In bijzondere gevallen kan een product zelfs van de markt worden gehaald.”

Geneesmiddelen
Meer dan de helft van alle informatieverzoeken aan het NVIC ging, net als voorgaande jaren, over (mogelijke) acute vergiftigingen door geneesmiddelen. In 2012 werd dit 25.942 keer gemeld. Bij volwassenen gaat het vaak om blootstelling aan vrij verkrijgbare pijnstillers, zoals paracetamol en ibuprofen (respectievelijk 1695 en 709 keer). Ook van rustgevende middelen als oxazepam (1206 meldingen) werd vaak een hoge dosis ingenomen. Vaak gaat het om doelbewuste overdoseringen, bijvoorbeeld bij zelfmoordpogingen. Het aantal volwassenen dat als gevolg van een overdosering paracetamol naar het ziekenhuis moest, was daarom relatief groot, namelijk circa 35%.

De meeste meldingen van vergiftigingen door geneesmiddelen bij kinderen komen door de inname van vitamine D in de vorm van tabletjes of druppels. De in Nederland vrij verkrijgbare vitamine D-preparaten zijn meestal laag gedoseerd. Alleen als er zeer veel tabletjes of druppels worden ingenomen, is er kans op een matige tot ernstige vergiftiging. Dit is slechts bij 2% van de meldingen over kinderen het geval. In meer dan 90% is er geen behandeling nodig. De Vries: “Wanneer artsen na een melding over het innemen van vitamine D eerst het NVIC bellen in plaats van naar het ziekenhuis door te verwijzen, kunnen onnodige ziekenhuisopnames worden voorkomen.”

Krentenbol
Net als bij mensen, zijn ook bij dieren humane geneesmiddelen de belangrijkste veroorzakers van vergiftigingen (22%). Honden en katten zijn bijvoorbeeld heel gevoelig voor de toxische effecten van ibuprofen en paracetamol. Zij kunnen al in de problemen komen bij het opeten van één tablet. Ook planten veroorzaken bij dieren vaak vergiftigingen. Zo vormt voor katten de lelie een gevaar (42 meldingen) met ernstig nierfalen als mogelijk effect van vergiftiging. Een andere boosdoener voor dieren is de druif (47 meldingen). De Vries: “Honden kunnen veel last krijgen van het eten van bijvoorbeeld een krentenbol. Druiven, maar ook krenten en rozijnen, zijn giftig voor sommige diersoorten.”

NVIC
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) is de nationale vraagbaak voor huisartsen, specialisten, dierenartsen en andere hulpverleners over acute vergiftigingen bij mens en dier. Het NVIC geeft informatie over de effecten en behandeling van vergiftigingen. In 2012 werd het NVIC 42.334 keer telefonisch geraadpleegd over acute vergiftigingen bij mens en dier. Vanwege het vitale belang is het NVIC 24/7 bereikbaar voor medische hulpverleners en overheidsinstanties, zowel via de telefoon als via de geheel vernieuwde website: www.vergiftigingen.info. Het NVIC is niet bedoeld voor burgers, zij kunnen zich bij (verdenking van) vergiftigingen wenden tot hun huisarts.

U kunt het volledige jaaroverzicht hier downloaden.

Bron: UMC Utrecht