Minder overbodige en ongewenste reddingsacties dankzij brede aanpak in Rijnstate

Het medisch vakblad Medisch Contact bericht over het beleid dat Rijnstate heeft ontwikkeld dat het aantal zinloze en ongewenste reddingsacties van patiënten moet verlagen. Een spoedinterventieteam is opgericht om direct in te grijpen als de toestand van een patiënt verslechtert en behandelbeperkingen worden nu duidelijk geregistreerd.

Spoedinterventieteam voor verslechterende patiënt
Ten onrechte bestaat de overtuiging dat een reanimatie in het ziekenhuis een levensreddende ingreep is. In werkelijkheid is een reanimatie in het ziekenhuis meestal een traumatische gebeurtenis voor de patiënt zelf, familieleden, zorgverleners en andere patiënten op de afdeling. Vaak overlijdt de patiënt nog dezelfde dag of enkele dagen later op de intensive care alsnog. In Rijnstate werd in 1999 het spoedinterventieteam (SIT) opgericht als aanvulling op het reanimatieteam. Dit team bestaat uit artsen en verpleegkundigen van de intensive care die laagdrempelig door de artsen van de verpleegafdelingen geraadpleegd kunnen worden bij een verslechterende patiënt. Door tijdige inzet van dit team – dus niet pas wanneer er sprake is van een hart- of ademstilstand – kon het aantal oproepen voor reanimaties op de verpleegafdelingen worden teruggebracht van 40 in 1999 tot 15 in 2012.

Behandelbeperkingen
Om het reanimatiebeleid nog verder te optimaliseren, is recentelijk gekeken naar de manier waarop Rijnstate omgaat met de wil van de patiënt. Patiënten kunnen om diverse redenen behandelbeperkingen (grenzen aan hun medische behandeling) afspreken met hun artsen. Uit angst om zorgafhankelijk te worden, tekenen sommige mensen bijvoorbeeld een niet-reanimerenverklaring.

Ook religieuze overtuigingen kunnen een rol spelen, zoals bij Jehova’s getuigen die geen bloedproducten wensen te ontvangen.
In Rijnstate werd voor de vastlegging van niet-reanimerenafspraken met patiënten tot 1 februari 2012 gebruikgemaakt van een registratieformulier dat voorin het papieren patiëntendossier werd gevoegd. Dit leidde echter regelmatig tot misverstanden doordat het formulier niet ingevuld of onvindbaar was. De registratie van andere behandelbeperkingen gebeurde in de praktijk op verschillende manieren, waardoor ook daarover soms verwarring ontstond. Inmiddels is een module ontwikkeld in het elektronisch patiëntendossier (EPD) van Rijnstate waarin behandelbeperkingen eenduidig worden genoteerd. Nu is bij het openen van een patiëntdossier direct zichtbaar of er sprake is van een behandelbeperking.

Ook heeft Rijnstate in de afgelopen periode veel aandacht besteed aan de voorlichting aan patiënten over behandelbeperkingen. Er is een folder en een voorlichtingsfilm ontwikkeld. Daarin adviseren wij patiënten om met hun specialist in discussie te gaan over behandelbeperkingen als zij daar behoefte aan hebben, en gezamenlijk tot een besluit te komen dat vervolgens wordt vastgelegd in het EPD. Sinds deze nieuwe registratiewijze en de start van de voorlichting is het reanimatieteam niet meer opgeroepen voor een patiënt met een niet-reanimerenafspraak.

Zinnige zorg
Rijnstate beschouwt het elektronisch vastleggen van behandelbeperkingen en de inzet van een spoedinterventieteam als kritische factoren ten aanzien van zinnige zorg. Ze dragen bij aan het zoveel mogelijk voldoen aan de zorgbehoefte van de patiënt en aan het vermijden van inzet van personeel en middelen die niet gewenst is of medisch zinloos is.

Bron: Rijnstate

Artikel op website Medisch Contact