MRI verbetert opsporing van prostaatkanker

Bij de helft van de mannen is de ‘weefselprik’ niet meer nodig. Goed nieuws voor de ruim 40.000 mannen die jaarlijks met een verhoogde PSA-waarde naar het ziekenhuis gaan voor prostaatonderzoek. Bij een normale MRI is geen echogeleid biopt, of ‘weefselprik’ meer nodig.

Dit blijkt uit de resultaten van de 4M-studie, dat gisteren verscheen in European Urology.
“Dankzij de inzet van de MRI kunnen we het aantal weefselprikken halveren,” zegt hoogleraar Radiologie Jelle Barentsz van het Radboudumc die de studie leidde. Inzet van MRI wordt meegenomen in het opstellen van de nieuwe richtlijn voor diagnostiek bij prostaatkanker, die begin 2019 verschijnt.
De huidige richtlijn voor de diagnostiek van prostaatkanker schrijft echogeleide weefselprikken voor om vast te stellen of bij patiënten met een verhoogde PSA-waarde sprake is van kanker. Hierbij wordt er met een naald op twaalf plekken in de prostaat een stukje weefsel afgenomen. Een MRI-scan kan het prostaatweefsel echter nauwkeuriger beoordelen. Hierdoor hoeven patiënten met een goede uitslag op de MRI geen prostaatprik meer te ondergaan. Het Radboudumc heeft de echogeleide weefselprik daarom al sinds 2017 vervangen door een MRI-scan bij mannen met een verhoogd PSA.
Lees hier het volledige artikel.