Plannen van zorg in laatste levensfase: nuttig, maar geen betere levenskwaliteit

Voor patiënten met een vergevorderd stadium van kanker is de dood dichtbij. Maakt het voor hen verschil of ze vroegtijdig na gaan denken over hoe ze de laatste fase van hun leven willen inrichten? ‘Vaak geeft het rust.’

Het liefst had Ida Korfage in haar onderzoek onomstotelijk vastgesteld dat kankerpatiënten baat hebben bij vroegtijdig nadenken over de laatste fase van hun leven. Welke medische behandelingen en zorg ze nog willen krijgen als het einde nadert. Maar uit het vers gepubliceerde onderzoek blijkt niet dat deze zogenoemde Advance Care Planning (ACP) de kwaliteit van hun leven verbetert.

Terugkijkend op het onderzoek, dat ze leidde met professor dr. Agnes van der Heide en dr. Judith Rietjens, zegt mede-onderzoeksleider Korfage. ‘Het zou natuurlijk mooi zijn, als we hadden gezien dat je met dit soort goede voorbereidingen op de dood, die laatste levensfase voor patiënten echt fijner maakt en ze een beter leven hebben. Hoewel driekwart van de patiënten wèl aangeeft dat ze de gesprekken nuttig vonden, zien we geen verschil in de kwaliteit van leven.’

Het nut van de gesprekken zit ‘m volgens Korfage deels in de duidelijkheid die ACP patiënten geeft. ‘Een deel van de mensen vond het nuttig dat ze gesteund werden om met hun naasten te spreken over medische behandelingen en zorg die ze graag zouden willen. Het geeft een soort rust als je dat hebt besproken of vastgelegd. Dat je weet dat anderen namens jou kunnen zeggen wat je graag wil op momenten dat je gehinderd wordt door bijvoorbeeld pijn en angst.’

Lees hier het volledige artikel.