Samenvatting regeerakkoord op het sociale domein

Het kabinet VVD-PvdA gaat verder op ingeslagen weg: meer taken bij de gemeente, met meer verantwoordelijkheid voor de burger. Het nieuwe kabinet presenteerde op 29 oktober 2012 het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’. Op het sociale domein – Wmo, Wsw, jeugdzorg – wordt een aantal forse wijzigingen doorgevoerd. Voor burgers wordt een zwaar accent gelegd op eigen kracht en zelfredzaamheid.
Aandacht voor iedereen laat zien wat de nieuwe taken en opdrachten worden voor gemeenten en wat er verandert voor burgers. Daarmee wordt ook duidelijk wat het regeerakkoord betekent voor Wmo-raden, belangenbehartigers en cliëntenraden.

Onderstaande tekst is een interpretatie van de informatie in het regeerakkoord, de begroting en de doorrekening van het CPB. De voorgenomen plannen moeten nog verder worden uitgewerkt. Het betekent dat onze interpretatie mogelijk nog aangepast moet worden.

Forse taken op het sociale domein voor gemeenten
De transitie van extramurale begeleiding vanuit de AWBZ was in het vorige kabinet Rutte al ingezet en wordt nu verder doorgevoerd naar de Wmo. Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. Nieuw in de plannen is dat met dit pakket het recht op persoonlijke verzorging wordt ingeperkt voordat de persoonlijke verzorging overgaat naar de Wmo. De aanspraak op dagbesteding in de AWBZ wordt vanaf 2014 geschrapt, er is nog geen duidelijkheid wat de verdere plannen voor deze groep cliënten zijn. De extramurale verzorging die nu thuis wordt geleverd en die met name ondersteunend van aard is, wordt vanaf 2015 door gemeenten, onder de Wmo, uitgevoerd. Daarmee is er geen sprake meer van verzekerd recht op ondersteuning, begeleiding en verzorging maar dit gaat vallen onder het compensatiebeginsel van de Wmo.

De omslag die eerder is ingezet met De Kanteling, wordt verder doorgevoerd. Er wordt een groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid en participatie van mensen aan de samenleving. ‘Meedoen naar vermogen’ is het uitgangspunt. Met De Kanteling wordt ook een sterker beroep gedaan op de eigen kracht en samenredzaamheid, op ondersteuning vanuit het sociale persoonlijke netwerk en vanuit de buurt. Begeleiding en ondersteuning vanuit de Wmo is er nog voor mensen die het echt nodig hebben.

Het kabinet wil de zorg dichter bij de burger organiseren. Gemeenten zouden namelijk beter de omslag kunnen maken naar meer maatwerk, zorg dichter in de buurt en meer samenwerking tussen zorg en welzijn. Op die manier kan de zorg beter aansluiten bij de werkelijke behoeften van burgers en kan er efficiënter en slimmer gewerkt worden. Vanaf 2015 wordt er extra geïnvesteerd in wijkverpleegkundigen om te bevorderen dat zorg dichter bij de mensen thuis geleverd kan worden.

Gemeenten krijgen een ruime beleidsvrijheid om de decentralisaties in te richten. Dat was ook hun wens omdat zij zo lokaal beter maatwerk kunnen leveren, met nadruk op preventie en zorg in de eerste lijn, gericht op de burgers in de wijken en buurten.

Scheiden wonen en zorg
Het vorige kabinet was al van plan om wonen en zorg te scheiden. Vanaf 2013 vervallen de aanspraken voor zorgzwaartepakket 1 en 2 voor nieuwe cliënten. Het nieuwe regeerakkoord doet geen uitspraken over mogelijke bezuinigingen bij de plannen voor het extramuraliseren van de lichte zzp’s 1 t/m 3. Onduidelijk is of cliënten met een lichte ondersteuningsvraag voor verzorging en verpleging en voor geestelijke gezondheidszorg, en ook mensen met een verstandelijke beperking met een lichte ondersteuningsvraag onder de Wmo gaan vallen. Het gaat dan om cliënten die bijvoorbeeld gebruik maken van aanleunwoningen bij verzorgingshuizen of in een beschermde woonomgeving, zoals de RIBW, ondersteuning en begeleiding vanuit de Wmo ontvangen.

Het regeerakkoord geeft wel aan wat de planning is voor de extramuralisering van zorgzwaartepakket 4. Per 2016 wordt de aanspraak op het zorgzwaartepakket 4 geschrapt voor nieuwe en geherindiceerde cliënten. Met deze maatregel wordt beoogd dat cliënten met een lichtere zorgvraag die voorheen in een intramurale setting zorg zouden ontvangen, voortaan zorg in de eigen omgeving krijgen. Het lijkt erop dat daarmee wordt bedoeld dat zij een beroep op de gemeenten kunnen doen. Cliënten met een zorgzwaartepakket 3 en 4 hebben vaak specialistische en intensieve ondersteuning en begeleiding nodig, bijvoorbeeld ouderen die dementeren.

Decentralisatie AWBZ
De decentralisatie van taken uit de AWBZ naar de Wmo brengt ook een aantal versoberingen met zich mee. De aanspraak op persoonlijke verzorging vervalt bij een indicatie korter dan 6 maanden en de norm voor gebruikelijke zorg wordt verhoogd van 60 naar 90 minuten per week (n.b. zal waarschijnlijk per dag zijn).

Verder lezen

Bron:VCP