Geen risicovolle operatie meer voor patiënten na beroerte door halsslagadervernauwing

Europees onderzoek onder leiding van neuroloog Paul Nederkoorn van Amsterdam UMC toont aan dat een aanzienlijk deel van de patiënten die een beroerte krijgen door halsslagadervernauwing kan worden behandeld met medicatie. Een risicovolle operatie van de halsslagader, nu bij veel patiënten nog de standaardbehandeling, is dan voor deze groep patiënten wellicht niet meer nodig. Dit onderzoek kan ertoe leiden dat de wereldwijde richtlijnen voor de behandeling van deze patiënten worden aangepast.

In Nederland worden elk jaar ongeveer 2.000 mensen met een halsslagadervernauwing geopereerd nadat ze een beroerte hebben gehad. 30 jaar geleden bleek uit grote onderzoeken dat een operatie door de vaatchirurg, waarbij een vernauwing in de halsslagader weggehaald wordt, de kans op een nieuwe beroerte kleiner maakt. Hierdoor is dit nationaal en internationaal de standaardbehandeling voor deze patiënten geworden.

Alleen medicatie voldoende
Sindsdien zijn de medicijnen die deze patiënten naast hun operatie krijgen – zoals bloedverdunners, medicatie voor cholesterol en hoge bloeddruk – sterk verbeterd. Onderzoekers, waaronder neuroloog Paul Nederkoorn van Amsterdam UMC en vaatchirurg Gert-Jan de Borst van UMC Utrecht, vroegen zich daarom af of de routinematige operaties aan de halsslagader nog wel nodig zijn bij alle patiënten.

Een internationale onderzoekersgroep van neurologen, vaatchirurgen en radiologen ontworpen samen de studie om deze belangrijke klinische vraag te beantwoorden.
Wat bleek? “Voor het overgrote deel van deze patiënten, in Nederland misschien wel tot zo’n 75 procent, is mogelijk alleen medicatie al voldoende om het risico op nog een volgende beroerte te verkleinen.

Lees hier het volledige artikel.