Niertransplantatie, hoe meer tijd, hoe beter de nier.

Donororganen zijn er nooit genoeg. De organen die wel beschikbaar zijn, moeten vliegensvlug getransplanteerd worden. De geneeskunde zet daarom volop in op het langer goedhouden van organen. Marlon de Haan onderzoekt in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hoe je nieren buiten het lichaam in leven kunt houden.

Orgaantransplantatie is een race tegen de klok. Binnen 24 uur moet een orgaan getransplanteerd zijn. Het moet verwijderd worden uit de donor, getransporteerd, gecontroleerd en geplaatst bij de ontvanger. Marlon de Haan onderzoekt hoe je deze periode voor nieren kan verlengen. ‘Een orgaan is als het ware een organisme, met individuele cellen die allemaal hun eigen energiebehoefte hebben’, legt hij uit. ‘Tot nu toe verlagen we die energiebehoefte van een donororgaan door het op ijs te be­waren. Door te koelen vertraagt het metabolisme.’

Voor zijn promotie onderzoekt De Haan een alternatieve manier om nieren te bewaren. In plaats van te ­koelen, wordt de nier daarbij in een perfusiesysteem bewaard. ‘Dat is een soort pomp die het orgaan van voedingsstoffen kan voorzien. Door zuurstof, suiker en eiwitten aan de nier toe te voegen, proberen we het orgaan langer in leven te houden – en uiteindelijk meer tijd te hebben voor een transplantatie. Het is al gelukt om in het lab de levensduur van een varkensnier te verlengen, maar ook al van een mensennier die was afgekeurd voor transplantatie. Dat lukte tot wel vier dagen. De eerste belangrijke stap is dus gezet.’

Lees hier het volledige artikel.