Waarom een angstige herinnering onverwachts weer kan opduiken

Na succesvolle therapie tegen angst worden mensen soms toch weer bang. Waarom? Competitie tussen twee groepen hersencellen die de traumatische en de nieuwe herinnering vertegenwoordigen, bepaalt of de angst wegblijft of terugkomt, ontdekten Amerikaanse hersenwetenschappers.

Wie extreem bang is voor spinnen kan behandeling zoeken voor zijn fobie. De behandelaar laat je dan rustig wennen aan de dieren, tot je er eentje over je arm kan laten lopen zonder bang te worden. Met deze blootstellingstherapie maak je nieuwe, veilige herinneringen aan over spinnen, die de oorspronkelijke angstige herinnering opzijschuiven. Een tijd lang is de fobie uitgedoofd. Toch steekt de angst na therapie vaak onverwachts de kop weer op.

Waarom blootstellingstherapie soms niet meer werkt, wisten neurowetenschappers van de University of Texas te achterhalen in experimenten met muizen. In Nature Neuroscience beschrijft onderzoeksleider Michael Drew met collega’s uit New York en Braga (Portugal) de ontdekking van twee soorten zenuwcellen in de hersenen. De één vertegenwoordigt de oorspronkelijke angstige herinnering en de ander de nieuwe herinnering. Worden de cellen voor de nieuwe herinnering onderdrukt, dan ontstaat er een terugval naar de angst die je dacht kwijt te zijn.

Lees hier het volledige artikel.