Hoe de wetenschappelijke zoutstrijd leidt tot gepeperde discussies

Te veel zout in het eten is slecht voor de gezondheid. Maar kan te weinig zout ook kwaad? En is het verstandig de zoutinname van de hele bevolking te beperken? Over het eerste is de wetenschap het wel eens, over de twee vragen een stuk minder. Sterker nog, er zijn twee kampen die elkaar soms heftig bestrijden, maar meestal negeren.

Amerikaanse onderzoekers laten vandaag zien dat ongeveer de helft van de wetenschappelijke publicaties de stelling onderschrijft dat minder zout gezonder is, ook voor gezonde mensen. Een derde bestrijdt dat idee. Te weinig zout is volgens hen op den duur schadelijk. De rest van de publicaties over zout heeft geen duidelijk conclusie.

Maar wat het meest opvalt, is de eenkennigheid, schrijven de onderzoekers in het vakblad International Journal of Epidemiology. Als wetenschappers publiceren over de consumptie van zout, halen ze vooral gelijkgezinde collega’s aan. Geluiden uit het andere kamp dringen zelden tot hen door. En als ze elkaar ontmoeten, ontaardt een academische discussie niet zelden in een ordinaire scheldpartij. De controverse wordt extra giftig doordat de twijfelaars er vaak van worden beschuldigd belangen te hebben in de voedingsindustrie. Die op haar beurt fel gekant is tegen beperkingen van zoutgehaltes.

Scheldkanonnades
Lizzy Brewster, interniste bij het Amsterdamse AMC, kan zich nóg verbazen over de woedeaanval die zij twee jaar geleden te verduren kreeg toen ze op een congres had laten zien hoe wisselvallig testjes zijn waarbij het zoutgehalte in urine wordt gemeten. “Die man werkte voor de wereldgezondheidsorganisatie en begon te schelden. Hij dacht vermoedelijk dat ik uit het andere kamp kwam. Dat van de ontkenners. Ik dacht alleen: Jeetje, wat voor een wereld is dit?” .

Lees hier het volledige artikel.