Afbouwen vrijheidsbeperkingen in gehandicaptenzorg goed mogelijk

Vrijheidsbeperkende maatregelen worden regelmatig ingezet in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, maar zijn lang niet altijd nodig.

Dat concludeert orthopedagoog en onderzoeker Baukje Schippers, die onlangs promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het afbouwen van vrijheidsbeperkingen in de gehandicaptenzorg.

Schippers onderzocht onder andere hoe (goed) het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen wordt geregistreerd. Daartoe hanteerde zij een brede definitie van het begrip vrijheidsbeperkingen, namelijk elke maatregel die de cliënt in zijn of haar vrijheid beperkt.

Volledige en betrouwbare registratie op basis van deze definitie blijkt in de praktijk slechts ten dele haalbaar, omdat hulpverleners doorgaans heel wisselend denken over wat precies een ‘vrijheidsbeperking’ is.

Als voorbeeld noemt Schippers het smeerpak. Dit pak is gemaakt van een stof die niet kapot te maken is en heeft een slotje op de rug. Bewoners krijgen dit ’s nachts vaak aan om te voorkomen dat ze zich uitkleden en langdurig koud op bed liggen of hun incontinentiemateriaal kapotscheuren. Veel medewerkers die al langere tijd in de zorg meedraaien vinden zo’n pak nodig en vanzelfsprekend, terwijl anderen van mening zijn dat bewoners hierdoor onnodig in hun vrijheid worden beperkt.

Lees hier het volledige artikel.