Afschaffen formulier “medische noodzaak” geen invloed op voorschrijven duurdere merkgeneesmiddelen

Tot 1 januari 2016 moesten huisartsen bij het voorschrijven van een merkgeneesmiddel waarvoor ook generieke varianten bestaan een speciaal formulier invullen. In het kader van het manifest “Het roer gaat om” is deze verplichting vervallen. Dit leidde niet tot verandering in het voorschrijven van merkgeneesmiddelen.

Dat blijkt uit onderzoek van het NIVEL.
Tot 2016 moesten huisartsen  het formulier “Medische Noodzaak” invullen als zij een merkgeneesmiddel voorschreven waarvan ook generieke varianten beschikbaar waren. Dit deden zij om te zorgen dat patiënten dit merkgeneesmiddel vergoed kregen van de zorgverzekeraar. Generieke middelen hebben dezelfde werkzame stof en zijn vaak goedkoper dan het merkmiddel.
Zorgverzekeraars vergoeden vaak alleen de goedkoopste generieke variant van een geneesmiddel, behalve als de huisarts vindt dat de patiënt om medische redenen het merkgeneesmiddel nodig heeft. Een voorbeeld is als de patiënt intolerant is voor een generieke variant. Het formulier diende als hulpmiddel voor zorgverleners om te bepalen of er daadwerkelijk sprake was van medische noodzaak. Sinds 1 januari schrijft de huisarts uitsluitend nog Medische Noodzaak op het recept, maar vult geen formulier meer in.  Hierdoor hoeven huisartsen minder tijd te besteden aan hun administratie. De patiënt krijgt het merkgeneesmiddel dan toch vergoed.
Niet vaker een merkgeneesmiddel voorgeschreven
Het NIVEL onderzocht of de afschaffing van het formulier “Medische Noodzaak” leidde tot het vaker voorschrijven van merkgeneesmiddelen. NIVEL-onderzoeker Karin Hek: “We zien geen enkel verschil tussen 2015 en de eerste maanden van 2016 in het voorschrijven van merkgeneesmiddelen.  Huisartsen hebben hun voorschrijfgedrag dus niet veranderd.” De onderzoekers bekeken dit voor een maagzuurremmer, een cholesterolverlager en twee bloeddrukverlagers.
Lees hier het volledige artikel.