Als één nier het werk van twee doet …

Verreweg de meeste mensen worden geboren met twee werkende nieren, maar soms komt er maar één gezonde nier tot ontwikkeling. De andere ontbreekt, of wordt niet goed aangelegd.

Het Radboudumc doet onderzoek naar hoe een zogeheten mononier ontstaat en welke gevolgen dit heeft voor patiënten.

Onze nieren filteren het bloed, waarmee ze afvalstoffen verwijderen en urine produceren. De nieren bestaan ieder uit een miljoen kleine filtertjes, die alleen onder een microscoop zichtbaar zijn. Als een baby wordt geboren, is de ontwikkeling van de nieren afgerond. Met de filters die je dan hebt, moet je de rest van je leven doen. Ouderdom en bijvoorbeeld overgewicht leiden tot slijtage van deze filters. En hoe minder er functioneren, hoe harder de anderen moeten werken. Dus als je geboren wordt met één werkende nier, heb je de helft van het aantal filters. Die doen werk voor twee.

Eén nier kan geen kwaad – of toch wel?
In Nederland worden jaarlijks vijftig tot tachtig kinderen geboren met een mononier. Lang werd gedacht dat het hebben van één nier geen kwaad kan. Elk jaar staan zelfs gemiddeld 500 mensen hun nier af aan een naaste of onbekende. Zij leven over het algemeen zonder complicaties verder. Er was geen reden om aan te nemen dat dit bij een aangeboren mononier anders zou zijn. Maar promotieonderzoek van Michiel Schreuder, inmiddels hoogleraar Kindernefrologie in het Radboudumc, liet zien dat een mononier vanaf de geboorte bij een deel van de mensen wel degelijk grote gevolgen heeft.

Lees hier het volledige artikel.