Biomarkers bepalen individuele therapie bij hartfalen

Meetbare stoffen in het bloed, zogeheten biomarkers, leveren een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de persoonlijke zorg voor hartfalenpatiënten en kan tevens zorgen voor kostenbesparingen. Dat stelt Sandra Sanders-van Wijk naar aanleiding van promotieonderzoek aan het Maastricht UMC+ naar de toepassing van biomarkers bij de behandeling van hartfalen. Zij onderzocht onder andere een biomarker die de benodigde dosis medicatie voor een individuele patiënt kan voorspellen. Dat zorgt voor een efficiëntere behandeling en draagt tevens bij aan het terugdringen van eventuele bijwerkingen en het aantal ziekenhuisopnames.

Hartfalen is een aandoening waarbij het hart niet meer genoeg pompkracht heeft om voldoende bloed naar organen en weefsels te transporteren. De ziekte is complex en gaat vaak gepaard met veel ziekenhuisbezoeken en –opnames. Hartfalen kan zich op verschillende manieren uiten en er kunnen diverse oorzaken aan ten grondslag liggen. Dat maakt dat het ziektebeeld van iedere patiënt anders is. Bij de een zal er bijvoorbeeld meer littekenweefsel op het hart aanwezig zijn dan bij de ander of zal de mate van ontsteking verschillen. Afhankelijk van iedere individuele situatie is er een optimale behandeling mogelijk. Biomarkers, die in het bloed te meten zijn, kunnen sturing geven aan de therapie.

Afstellen van de dosis
Een voorbeeld van een biomarker is het stofje BNP. Dit wordt door hartspiercellen afgegeven aan het bloed op het moment dat het hart onder druk komt te staan, iets dat bij hartfalen het geval is. Des te hoger de druk, des te meer BNP er meetbaar is en hoe slechter de prognose voor de patiënt is. “Op basis van de hoeveelheid BNP kunnen we precies de medicatie afstellen”, zegt Sanders-van Wijk. “De patiënten die een slechtere prognose hebben, zijn namelijk gebaat bij een intensievere therapie. De onderzoeksresultaten leveren het bewijs dat de overleving toeneemt en het aantal ziekenhuisopnames afneemt als we eerst een BNP-bepaling uitvoeren alvorens de medicatie te optimaliseren.” Sanders-van Wijk toonde tevens aan dat deze strategie kosteneffectief en veilig is.

Lees hier het volledige artikel.