Bloedverdunning ‘uitzetten’ als het moet

In Nederland gebruiken 400.000 mensen bloedverdunners, ook wel antistollingsmiddelen genoemd, om de kans op trombose of infarct te verkleinen. Door deze middelen ontstaat wel een grotere kans op bloedingen. Als een patiënt een ernstige bloeding krijgt of plotseling geopereerd moet worden, zou het bloedverdunningseffect direct en veilig gestopt moeten kunnen worden. Voor het eerst kan dit nu.

Dit blijkt uit een internationale studie, waarvan hoogleraar prof. dr. Pieter Willem Kamphuisen van Tergooi een van de initiatiefnemers is.

Het gezaghebbende New England Journal of Medicine publiceert deze week de resultaten van het onderzoek.Patiënten met bijvoorbeeld hartritmestoornissen, trombose of een kunsthartklep krijgen een bloedverdunner voorgeschreven. Het medicijn voorkomt dat een bloedpropje een infarct of trombose veroorzaakt. Nadeel van een grote groep antistollingsmiddelen is dat de bloedverdunning niet tijdelijk kan worden gestopt, bijvoorbeeld als een ernstige bloeding optreedt of spoedoperatie nodig is. Dit overkomt ongeveer 16.000 patiënten in Nederland.

Sinds enkele jaren bestaat een nieuwe generatie bloedverdunners. Ondanks dat deze bloedverdunners veilig zijn, was het tot voor kort onmogelijk om het effect direct uit te schakelen. Voor een van deze middelen – dabigatran – is een antistof ontwikkeld, waarmee het effect van de bloedverdunning per direct kan worden gestopt. De vraag was echter of dit antimedicijn – deze ‘uitknop’ – werkzaam is bij patiënten met ernstige bloedingen of die met spoed een operatie moesten ondergaan.

Lees hier het volledige artikel.