De ene slapeloze is de andere niet

Last van slapeloosheid? Neem een pil, desnoods langdurig, en je probleem is opgelost. Dat is althans de denkfout die velen maken. Maar slapeloosheid is een serieus maatschappelijk probleem, waar ruim één op de tien Nederlanders last van heeft. De duurzame oplossing heet ‘cognitieve gedragstherapie’.

Merijn van de Laar, gedragswetenschapper bij de UM-opleiding Huisartsengeneeskunde, promoveerde vorig jaar op dit onderwerp aan de Universiteit Maastricht. Zijn boodschap: “Scheer niet alle slapelozen over één kam.”

Wanneer heb je precies last van slapeloosheid?
“Volgens de klinische definitie moet je minimaal drie nachten per week last hebben met inslapen, doorslapen of vroeg wakker worden en het moet gepaard gaan met klachten overdag, zoals concentratieproblemen, vermoeidheid, verhoogde irritatie, verminder functioneren op het werk of in sociale kringen.”

Of als je niet aan acht uur slaap per nacht komt?
“Nee, het is een misvatting dat iedereen minimaal acht uur per nacht moet slapen; mensen zijn heel verschillend. Je hebt korte slapers en langslapers. Er is wel een gouden standaard: de eerste vierenhalf uur van de nacht zijn het belangrijkste. Dan heb je de diepe slaapfases waarin je lichaam zich herstelt. Als je die uren goed slaapt en overdag genoeg ontspanningsmomenten hebt, zou je in principe de dag door moeten kunnen komen.

Lees hier het volledige artikel.