EPD invoer geeist door VWS IGZ voor 2013

Vóór 2013 moet elke patiënt een elektronisch patiëntendossier krijgen. Dat eist de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in een rapport (2011-10 Staat van de Gezondheidszorg 2011_tcm294-310059, PDF) over de ICT in de gezondheidszorg.

De inspectie onderzocht voor deze Staat van de Gezondheidszorg welke risico’s voor verantwoorde zorg een rol spelen bij de toepassing van ICT in de informatie-uitwisseling. De inspectie constateerde in het toezicht dat de dossiervoering in veel zorginstellingen onder de maat is, maar niet eerder onderzocht de inspectie de rol van ICT hierbij. Voor dit rapport zijn onder andere casestudies uitgevoerd naar informatie-uitwisseling in de diagnosefase, behandeling en nazorg voor patiënten met longkanker, CVA (beroerte) en manisch-depressieve stoornis. De resultaten zijn getoetst in diverse expertmeetings.

De belangrijkste conclusie is dat de grootste risico’s ontstaan door knelpunten in de informatie-uitwisseling – onafhankelijk van de toepassing van ICT hierbij. Dossiers zijn niet actueel, niet compleet en bevatten lang niet altijd de informatie die voor professionals relevant is. Hoe verder de schakels in de zorg van elkaar af liggen, hoe groter de knelpunten. Zo is de informatie-uitwisseling tussen cure en care en met de GGZ vaak slecht geregeld.

Dit geldt ook voor nazorg en palliatieve zorg voor patiënten na een opname in ziekenhuis of GGZ-instelling.
Uit het onderzoek blijkt dat ICT de knelpunten niet automatisch oplost. Hoewel steeds meer instellingen gebruik maken van elektronische patiëntendossiers, is de uitwisseling tussen instellingen (en hun systemen) een groot knelpunt. Bovendien is de informatie over een patiënt sterk versnipperd opgeslagen, zelfs binnen instellingen. Een patiënt die vraagt om inzage van zijn dossier zal merken dat een instelling meer (elektronische) dossiers over hem heeft die intern inconsistenties kunnen vertonen. Ook dat levert risico’s voor patiënten op.

De structurele knelpunten in de informatie-uitwisseling moeten met prioriteit opgelost worden. Dat dit veel winst voor de patiëntveiligheid kan opleveren blijkt bijvoorbeeld bij het operatief proces: door verbetering van de informatie-uitwisseling halveert het aantal mensen dat overlijdt rond een operatie. Voor uitwisseling tussen verschillende soorten hulpverleners is in principe expliciete toestemming van patiënten een wettelijk vereiste, maar hulpverleners vragen deze toestemming lang niet altijd.

Uit oogpunt van patiëntveiligheid pleit de inspectie voor één dossier per patiënt dat alle betrokken professionals – na toestemming van de patiënt – gebruiken.

De inspectie doet onder andere de volgende aanbevelingen:

–  De inspectie verwacht dat nieuwe richtlijnen en protocollen ook vastleggen hoe informatie-uitwisseling geborgd is en vraagt de Regieraad dit als eis op te nemen in zijn

Richtlijn voor richtlijnen.
–  Zorginstellingen moeten voor 2013 aantoonbaar beleid implementeren voor verantwoorde informatie-uitwisseling tussen professionals binnen en buiten de instelling. Dit omvat ook de onbelemmerde toegang van patiënten tot hun dossiers. Zorgverzekeraars kunnen hier een stimulerende rol bij spelen.

6 Inspectie voor de Gezondheidszorg

Staat van de Gezondheidszorg 2011 7

– Er moeten zorgbrede normen en standaarden komen over welke informatie nodig is, op welke manier deze wordt opgeslagen, in welke terminologie, en hoe uitwisseling van informatie plaatsvindt. De inspectie adviseert de minister van VWS hiervoor een commissie in te stellen. De inspectie zal op deze normen en standaarden gaan toezien.

Bron: IGZ
Submitted by Redactie Medicalfacts/ Janine Budding on 25 oktober, 2011 – 09:37No