Genen en hun werking bij artrose

Artrose is een veelvoorkomende aandoening van de gewrichten. Onderzoek van LUMC-promovenda Yolande Ramos biedt inzicht in de genen die een rol spelen bij het ontstaan en het verloop van de ziekte. Het doel: artrose sneller opsporen en effectiever behandelen.

Een miljoen Nederlanders lijden aan artrose, waarmee de aandoening in de top vijf van meestvoorkomende ziektes staat. En het aantal zal alleen nog maar groeien, verwacht moleculair epidemioloog Yolande Ramos. “De aandoening komt vaker voor bij ouderen en mensen met overgewicht, en hun aantal zal steeds groter worden.” Bij artrose wordt het kraakbeen dunner waardoor de gewrichten pijnlijk en stijf worden. Er is nog geen goede behandeling. En de diagnose kan pas laat worden gesteld.

Vroege diagnose
Het onderzoek van Ramos grijpt daarop aan. “Een deel van mijn promotieonderzoek is gericht op de toepassing van biologische markers voor artrose. Een goede biomarker kan zorgen voor een vroegtijdige diagnose, liefst nog voor de schade zichtbaar wordt op een röntgenfoto. Ook kan zo’n marker informatie geven over het verloop van de ziekte en het subtype artrose. Belangrijke informatie om een patiënt in de toekomst optimaal te kunnen behandelen.”
Artrosepatiënten te onderscheiden
Genexpressie, bijvoorbeeld in een makkelijk verkrijgbaar weefsel zoals bloed, kan dienen als een moleculaire biomarker. Zo’n biomarker biedt ook inzicht in de mechanismen achter artrose. Ramos ontdekte een aantal verschillen in genexpressie tussen artrosepatiënten en gezonde mensen. “Verschillen op het gebied van skeletvorming en pijnperceptie, en op het gebied van celdood. Door te kijken naar de expressie van slechts vier van deze genen in het bloed, blijken artrosepatiënten zeer goed van gezonde mensen te kunnen worden onderscheiden. Wij zijn de eersten die dat aantonen.”

Lees hier het volledige artikel.