Nederlanders van Surinaamse komaf lopen een hoger risico op een beroerte, terwijl Marokkanen juist een aanzienlijk lager risico lopen dan blanke Nederlanders. Ook voor andere etnische groepen lopen de risico’s uiteen, afhankelijk van geslacht en type beroerte.
Dat blijkt uit een studie op basis van nationale registraties waarin de gegevens van ruim 7 miljoen Nederlanders van verschillende afkomst konden worden gevolgd gedurende de jaren 1998-2010 (Stroke. 2014; epub 30 september).
Charles Agyemang en collega’s van onder meer het AMC en het UMC Utrecht combineerden gegevens uit het bevolkingsregister met de ontslagregistratie van ziekenhuizen, het doodsoorzakenregister en inkomensgegevens.
Onder Surinamers hadden zowel mannen als vrouwen een 30-40% hoger risico op alle typen beroerte (na correctie voor leeftijd, sekse, inkomen en comorbiditeit) dan etnische Nederlanders. Marokkaanse mannen en vrouwen hadden juist een ongeveer 60% lager risico. Voor andere groepen verschilden de uitkomsten per type beroerte. Zo hebben Chinezen lagere risico’s op ischemische beroertes en subarachnoïdale bloedingen, maar een ruim 2 maal verhoogde kans op een hersenbloeding. Ook Turkse, Antilliaanse en Indonesische mannen en Indonesische vrouwen hebben 50-76% meer kans op een hersenbloeding dan Nederlandse mannen.
Lees hier het volledige artikel.