Helft zorgverleners nierpatiënten vermoedt wel eens illegale orgaanhandel

Bijna de helft (46 procent) van de Nederlandse zorgverleners die nierpatiënten behandelen, kent patiënten die de afgelopen vijf jaar naar het buitenland zijn gereisd voor een niertransplantatie. In 90 procent van de gevallen vermoedden de zorgverleners, óf wisten zij zeker, dat voor het orgaan was betaald. Betalen voor een donororgaan is in Nederland verboden.

Dit is gebleken uit een onderzoek van criminoloog/internationaal jurist Frederike Ambagtsheer, verbonden aan de afdeling Nefrologie en Transplantatie van het Erasmus MC. Aan de survey deden 241 professionals mee die nierpatiënten behandelen.

Ambagtsheer en haar co-auteurs vinden een verplichting om het beroepsgeheim te doorbreken als blijkt dat een patiënt een nier heeft gekocht -of wil kopen- te ver gaan. Maar ze menen wel dat het voor zorgverleners mogelijk moet worden om de politie te waarschuwen, zonder dat zij de identiteit van hun patiënt prijs geven. Transplantatieprofessionals zouden de namen van bij de illegale transplantatie betrokken artsen en ziekenhuizen, en van bemiddelaars anoniem moeten kunnen openbaren bij een centraal meldpunt. Om dit mogelijk te maken, zal echter toestemming van de patiënt nodig zijn. Of er moet een wetswijziging komen.

De survey staat in het kader van een groot, door de Europese Commissie gesubsidieerd onderzoek naar mensenhandel met het oogmerk van orgaanverwijdering. Dit onderzoek, het zogeheten HOTT-project, wordt door het Erasmus MC gecoördineerd. De onderzoekers zetten een anonieme enquête uit onder Nederlandse transplantatiechirurgen, nefrologen, verpleegkundigen, transplantatiecoördinatoren en maatschappelijk werkers.

Lees hier het volledige artikel.