Hoge bloeddruk bij patiënten met chronische nierziekte is vaak onvoldoende behandeld

Ruim een derde van de patiënten met een chronische nierziekte heeft een te hoge bloeddruk die met medicijnen niet goed te behandelen is. Dat blijkt uit bestudering van de gegevens van bijna  800 patiënten die meededen in de zogenoemde MASTERPLAN-studie. Deze patiënten hebben ook een groter risico op hart- en vaatziekten en op nierfalen dan de patiënten bij wie de bloeddruk wel onder controle is te krijgen. Esther de Beus en collega-onderzoekers van het UMC Utrecht publiceerden deze resultaten in november in Hypertension, een vakblad van de American Heart Association.

Hoge bloeddruk (hypertensie) komt voor bij het merendeel van de mensen met chronische nierziekte. Naar nu blijkt blijft bij een derde daarvan, ondanks intensieve behandeling, de bloeddruk te hoog.  Van therapieresistente hypertensie wordt gesproken bij een bloeddruk boven de 130/80 mmHg ondanks behandeling met 3 of meer bloeddrukverlagende medicijnen, waaronder een plastablet, of bij gebruik van 4 of meer medicijnen tegen hoge bloeddruk. Ook als een strengere grenswaarde werd gehanteerd,  van 140/90 mmHg, had nog steeds ruim een kwart van de deelnemers aan de MASTERPLAN-studie therapieresistente hypertensie. De patiënten in deze studie werden intensief begeleid door gespecialiseerde verpleegkundigen. In de vier jaar dat het onderzoek duurde daalde het percentage patiënten met therapieresistente hypertensie niet.

Lees hier het volledige artikel.