Infecties opsporen met fluorescerend antibioticum

Een bacteriële infectie van implantaten, zoals een kunstknie of -heup, is de grootste en meest gevreesde complicatie in het gebruik van implantaten. Deze infecties zijn vaak lastig vast te stellen en te behandelen. De huidige diagnostische hulpmiddelen zijn weinig specifiek, niet gevoelig en vaak belastend voor de patiënt. Onderzoekers van het UMCG ontwikkelden een nieuwe methode voor het opsporen van bacteriële infecties met behulp van een fluorescerend antibioticum. Zij publiceren vandaag hierover in het toonaangevende vakblad Nature Communications.

De huidige technieken om een bacteriële infectie vast te stellen zijn indirect, bijvoorbeeld via het afnemen van bloed, of invasief door het nemen van een biopt en dus belastend voor de patiënt. Bovendien is het lastig om hiermee onderscheid te maken tussen een steriele ontsteking die niet wordt veroorzaakt door een micro-organisme maar door het implantaat (een zogenaamde vreemdlichaamsreactie) en een ontsteking veroorzaakt door een bacterie, zoals de veel voorkomende Gram-positieve bacterie Staphylococcus aureus.

Vancomycine

Onderzoekers van het UMCG onder leiding van prof. Jan Maarten van Dijl en prof. Go van Dam ontdekten dat het injecteren van een zeer lage dosis infrarood-fluorescerende (lichtgevende) kleurstof gekoppeld aan het antibioticum vancomycine een goede methode is om infecties, veroorzaakt door de Staphylococcus aureus-bacterie, in een vroeg stadium te detecteren en zichtbaar te maken met een speciale infraroodcamera. Zij toonden dit aan in muismodellen en in een nieuw postmortaal humaan implantaatmodel. Voordat de methode getest kan worden in een klinische studie is meer onderzoek (toxiciteits-testen) en ook een goede wijze van produceren (GMP/GLP) van het fluorescerende vancomycine nodig.

Ongeveer vijf procent van de huidige botimplantaten zoals kunstheupen raakt geïnfecteerd en bij circa dertig procent van de open botbreuken, waarbij fixatie met een implantaat nodig is, treedt een infectie op. Deze infecties kunnen tijdens de operatie ontstaan of door latere aanhechting van invasief groeiende bacteriën aan de oppervlakte van de implantaten. Hierdoor ontstaat een ophoping van bacteriën rondom het implantaat die kan leiden tot een infectieuze ontsteking. Wanneer zo’n infectie niet of te laat wordt ontdekt, kunnen de bacteriën op het implantaat een zogenaamde biofilm vormen, waarin ze onbereikbaar zijn voor antibiotica. De infectie wordt dan vaak onomkeerbaar met langdurige opnames, antibiotica behandeling en veelal vervanging van het implantaat tot gevolg.

Het belang van snelle en niet-invasieve diagnostiek bij bacteriële infecties is groot. Met het vroegtijdig vaststellen en behandelen van infecties kan niet alleen geld bespaard worden door kortere ziekenhuisopnames en minder her-operaties, maar vooral ook veel leed voor de betreffende patiënten.

Bron: UMC Groningen