Instroom hartrevalidatie en naleving richtlijn op onderdeel leefstijlbegeleiding onvoldoende verbeterd

Het aantal hartpatiënten dat instroomt in een hartrevalidatieprogramma is de afgelopen jaren gegroeid, maar onvoldoende. Bovendien krijgen patiënten tijdens de revalidatie nog onvoldoende hulp bij het volhouden van een gezonde leefstijl. De gezondheidswinst voor mensen na een hartinfarct is daardoor minder dan mogelijk en wenselijk. Dat blijkt uit een vervolgonderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidzorg (IGZ).

Hartrevalidatie is een belangrijk onderdeel van de behandeling van hartpatiënten. Het verkleint de kans op overlijden met 32%. Ook een goede leefstijlbegeleiding van patiënten tijdens het hartrevalidatieprogramma is medebepalend voor de prognose van herstel en overleven.

Sinds enkele jaren doet de inspectie onderzoek naar hartrevalidatie om de naleving te verbeteren van de Richtlijn Hartrevalidatie (vooral het onderdeel leefstijlbegeleiding) en de instroom van patiënten in hartrevalidatieprogramma’s te verhogen om zo de risico’s op gezondheidsschade en de sterfte te verminderen. Na een eerste onderzoek in 2010 heeft de inspectie in 2013 een vervolgonderzoek uitgevoerd. In dit vervolgonderzoek ziet de inspectie dat de ziekenhuizen en revalidatiecentra zich bewuster zijn van de noodzaak van hartrevalidatie en een verbetertraject hebben ingezet.

De meeste mensen die een hartinfarct hebben gehad, komen in aanmerking voor hartrevalidatie. Het percentage patiënten dat na een hartinfarct start met hartrevalidatie bij ziekenhuizen met een eigen hartrevalidatieprogramma is toegenomen van 57% in 2009 naar 64% in 2012. Het percentage verwijzingen van ziekenhuizen zonder eigen programma is ook gestegen, van 66% in 2010 naar 70% in 2012.

Daarnaast hebben bijna alle instellingen de naleving van de richtlijn Hartrevalidatie verbeterd. Vooral de registratie van leefstijl in het individuele dossier is aanzienlijk verbeterd. Slechts de helft van de instellingen heeft de leefstijlbegeleiding (gericht op roken, overgewicht en lichamelijke inactiviteit) als onderdeel van de revalidatie nog onvoldoende geborgd.

Bij hartrevalidatie speelt het dilemma dat zorgverleners het programma en de bijbehorende leefstijlbegeleiding aanbieden, maar dat de patiënt uiteindelijk zelf beslist waaraan hij meedoet. Bekend is dat mensen bij het aanpassen van een al lang bestaand leefpatroon intensieve begeleiding nodig hebben is. In je eentje lukt het vaak niet goed. Het is daarom van groot belang om patiëntente motiveren om deel??te nemen aan de hartrevalidatie en hen daadwerkelijk begeleiding te bieden.

De inspectie roept alle betrokken instellingen en beroeps- en brancheorganisaties op zich te blijven inzetten om de instroom en de kwaliteit van hartrevalidatie verder te verbeteren. De IGZ biedt vandaag het rapport aan patiëntenvereniging De Hart&Vaatgroep aan. De Hart&Vaatgroep gaat voor patiënten voorlichtingsmateriaal ontwikkelen over wat hartrevalidatie inhoudt en dat het zeer belangrijk is om deel te nemen aan hartrevalidatie.

Meer informatie

Instroom hartrevalidatie en naleving richtlijn op onderdeel leefstijlbegeleiding onvoldoende verbeterd 31-10-2013 | PDF-document, 397 kB