Kaliumarm dieet verhoogt risico op verlies donornier

Patiënten die na een niertransplantatie een kaliumarm dieet aanhouden, lopen op den duur een verhoogd risico op het verliezen van de donornier en op voortijdig overlijden.

Dit concluderen onderzoekers van de afdeling Nierziekten/Interne Geneeskunde van het UMCG. Zij publiceerden afgelopen donderdag over hun onderzoek in The American Journal of Clinical Nutrition.
In Nederland ondergaan jaarlijks ongeveer 1.000 mensen een niertransplantatie omdat hun nieren niet meer goed werken. Eén van de belangrijkste bedreigingen die patiënten na transplantatie ervaren, is het optreden van transplantaatfalen. Hierbij neemt de functie van de donornier sterk af waardoor opnieuw een transplantatie of dialyse nodig is.
Hartstilstand voorkomen
In de periode voorafgaand aan een niertransplantatie wordt aan veel patiënten een kaliumarm dieet voorgeschreven, om hartstilstand door hoge kaliumwaarden in het bloed te voorkomen. Door de slechte nierfunctie is het lichaam dan namelijk niet goed meer in staat om het kalium uit te scheiden met de urine. Kaliumrijke voedingsproducten zoals groente, fruit, melk en peulvruchten worden dan uit de voeding weggelaten.
Omdat de onderzoekers vermoedden dat veel patiënten zich na transplantatie aan hun kaliumarm dieet bleven houden, onderzochten ze de daadwerkelijke kaliuminname na transplantatie in een groep van ruim 700 niertransplantatiepatiënten en vergeleken dit met een gezonde controlegroep. Hieruit bleek dat de kaliuminname bij de patiënten inderdaad lager is dan bij gezonde mensen. Volgens de onderzoekers komt dit enerzijds door de jarenlange routine van deze patiënten om kaliumarm te eten en anderzijds door een ingeslepen angst om te veel kalium te eten. Verder bleek uit het onderzoek dat een lage kaliuminname bij niertransplantatiepatiënten gerelateerd is aan een duidelijk verhoogd risico op het op den duur optreden van transplantaatfalen en zelfs een verhoogd risico op voortijdig overlijden.
Lees hier het volledige artikel.