Knutselen aan embryo’s om erfelijke ziektes te voorkomen, moeten we dat willen?

De Gezondheidsraad wil dat het mogelijk wordt om menselijke embryo’s te kweken voor onderzoek naar genetische ziektes. Op den duur moet het daardoor mogelijk worden om de ziektes uit het DNA van embryo’s te halen. Wat zijn de voor- en tegenargumenten?

Stel je voor: je hebt taaislijmziekte en je wil kinderen krijgen. Maar de ziekte wil je niet doorgeven aan je kinderen, want je wil niet dat ze een dodelijke ziekte hebben.

Op dit moment zijn er volgens hoogleraar voortplantingsbiologie Sjoerd Repping een aantal manieren om te voorkomen dat je kinderen ook ziek worden.

Je kunt bijvoorbeeld donoreicellen of zaadcellen gebruiken om een gezond embryo te maken. Je kunt aan embryoselectie doen, en zo de gezonde embryo’s uitkiezen en die plaatsen. Maar kunt ook na 12 weken zwangerschap testen of het embryo de genetische afwijking heeft. Als dat zo is, dan kun je kiezen voor een abortus.

“Daar kan een nieuwe manier bij komen”, vertelt Repping. “Met kiembaanmodificatie knippen we de ziekte uit het DNA van het embryo en vervangen we het door een stukje gezond DNA. Mensen die we kunnen behandelen met embryoselectie kunnen we ook hiermee behandelen, het voordeel is dat je dan zieke embryo’s geneest in plaats van weggooit.”

Veiligheid
Op dit moment wordt de methode in China getest en is hij nog lang niet toepasbaar op mensen. Maar om ervoor te zorgen dat hij dat wel ooit is, moet er uitgebreid getest worden met embryo’s. “En dat kan alleen als we menselijke embryo’s mogen maken voor onderzoek. Als we dat niet doen, kunnen we nooit iets zeggen over de effectiviteit en veiligheid van deze techniek, en daarmee dus ook nooit gezonde kinderen maken.”

Lees hier het volledige artikel.