Kunstgewrichten die een leven lang meegaan?

Op 13 december sprak prof. Edward Valstar (43) zijn inaugurele rede uit. Zijn missie is het ontwikkelen van gewrichtsprotheses die niet meer los gaan zitten, zodat er geen tweede operatie nodig is.

“Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 50.000 heup- en knieprothesen geplaatst. Wereldwijd zijn dat er ongeveer 2,5 miljoen en verwacht wordt dat dit aantal de komende 20 jaar door vergrijzing en een toename van overgewicht zal verdrievoudigen”, aldus prof. Edward Valstar in zijn oratie ‘Grip op loslating’. Na 10 jaar is 5 tot 10 procent van de protheses los gaan zitten en moet vervangen worden.

Valstar ziet de oplossing niet in het ontwikkelen van nieuwe protheses. “Die zijn over het algemeen niet beter, en blijken soms na verloop van tijd juist veel slechter te zijn.” Hij richt zich liever op het zoveel mogelijk voorkomen van loslating. Patiënten bij wie de prothese toch los gaat zitten wil hij vroegtijdig opsporen en behandelen waardoor er in de toekomst geen zware hersteloperaties meer nodig zijn.

Protheses in beeld brengen

Om zijn ambities waar te maken werkt Valstar samen met verschillende onderzoeksgroepen en partners binnen Medical Delta, het samenwerkingsverband tussen kennisinstellingen in de driehoek Leiden, Delft en Rotterdam. Zij perfectioneerden een driedimensionale röntgentechniek die de prothese heel nauwkeurig in beeld kan brengen. Valstar: “We hebben daarmee aangetoond dat microbeweging van prothesen in de eerste 2 jaar na implantatie een sterke voorspellende waarde heeft voor falen door loslating na 10 jaar.”

Medical Delta

Inmiddels wordt de door Medical Delta ontwikkelde software om protheseloslating te meten wereldwijd in meer dan 40 centra en ruim 100 studies gebruikt. “Daar zijn we trots op”, zegt Valstar. Hij werkt met zijn team ook hard aan methoden die de plaatsing van protheses kunnen verbeteren en streeft een minder ingrijpende operatie na als protheses toch los gaan zitten. “Ik zie een toekomst voor me waarin de patiënt ’s ochtends in een rolstoel het ziekenhuis binnenkomt en na een minimaal invasieve ingreep ’s middags lopend het ziekenhuis verlaat.”

Bron: Leids UMC