Te weinig medisch onderzoek naar alledaagse kwalen

De universitair medisch centra moeten veel meer onderzoek doen dat bruikbaar is in de praktijk. De umc’s geven de toegekende miljoenen aan onderzoeksgeld vooral uit aan fundamentele en medisch-specialistische onderwerpen terwijl onderzoek naar veel voorkomende ziekten, langdurige zorg en preventie blijft liggen.

Dat schrijft de Gezondheidsraad, een adviesorgaan van de regering, in een rapport dat vandaag verschijnt. De umc’s zijn het niet met de raad eens. Volgens de raad moeten de centra meer samenwerken met huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en wijkverpleegkundigen. Er zijn zoveel alledaagse problemen die nauwelijks worden onderzocht, zegt hoogleraar neurologie Pim van Gool, voorzitter van de Gezondheidsraad. ‘Loop rond op een polikliniek of in een verpleeghuis en je verzamelt zo een handvol vragen.’
Veruit het meeste gezondheidsonderzoek vindt plaats in de acht umc’s. Dat onderzoek behoort volgens de Gezondheidsraad tot de wereldtop, maar sluit onvoldoende aan bij maatschappelijke vraagstukken zoals de betaalbaarheid van de zorg. Volgens de raad wordt de kloof tussen kennis en praktijk vooral veroorzaakt door de verdeelsleutel voor onderzoeksgeld. In 2014 hadden de acht umc’s 1,2 miljard euro beschikbaar voor onderzoek, waarvan de helft afkomstig van het Rijk.
Lees hier het volledige artikel.