Nieuw DNA-onderzoek werpt licht op effect van meest gebruikte diabetesmedicijn

In een grote internationale studie onder ruim 13.000 mensen met diabetes is een DNA-variant ontdekt die beïnvloedt hoe goed zij reageren op de behandeling met het medicijn metformine. Deze nieuwe kennis geeft aanknopingspunten voor het gerichter kunnen behandelen van diabetes type 2.

Onderzoekers van het LUMC en VUmc zijn betrokken bij dit onderzoek waarover gisteren gepubliceerd is in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Genetics.
Metformine, dat de aanmaak van glucose in de lever remt, wordt wereldwijd door miljoenen mensen met diabetes type 2 gebruikt. “Om te achterhalen wat het effect is van de behandeling met metformine is het DNA van 13.123 patiënten met diabetes geanalyseerd. Dankzij een groot samenwerkingsverband hebben we over dit onderwerp voor het eerst zoveel kennis bijeen kunnen brengen. Dat is relevant omdat kleine studies niet voldoende uitsluitsel geven over de effecten van een behandeling in relatie tot variatie in het DNA,” aldus Leen ’t Hart, onderzoeker bij de afdelingen Moleculaire Celbiologie en Moleculaire Epidemiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum en tevens verbonden aan VUmc.
Hogere doses
Het internationale samenwerkingsverband vond een variant in het gen dat verantwoordelijk is voor transport van glucose vanuit het bloed naar onder meer de lever. Deze genvariant beïnvloedt de werking van het transporteiwit dusdanig dat het lichaam minder goed in staat is de glucosespiegel in het bloed op peil te houden. Metformine heft dit negatieve effect op en is daardoor zeer werkzaam bij dragers van deze genvariant. Het effect bleek het grootst bij diabetespatiënten met overgewicht en deze genvariant. Het medicijn metformine had bij hen een effect dat vergelijkbaar is met een extra dosis metformine bij iemand zonder de genvariant.
Lees hier het volledige artikel.