Nieuwe zorgwet helpt burenhulp om zeep

Als het nodig is staan buren voor elkaar klaar, zo blijkt uit een onderzoek van Plus Magazine onder 1300 lezers. Maar voor het bieden van structurele hulp deinst men terug. Tweederde van de ondervraagden is bang om met regelmatige burenhulp onbedoeld te veroorzaken dat de buur niet meer voor huishoudelijke hulp via de gemeente in aanmerking komt. De gemeente beoordeelt een aanvraag voor huishoudelijke hulp aan de hand van een zogenaamd ‘keukentafelgesprek’. Als in dat gesprek aan de orde komt dat de buren bijspringen, zou dat een afwijzing van professionele zorg kunnen bewerkstelligen, zo vreest men. Een averechts effect, veroorzaakt door de beste bedoelingen.

Buren helpen elkaar. En heus niet alleen om de planten water te geven tijdens de vakantie. 49 procent van de ondervraagde vijftigplussers kan zich voorstellen dat hij of zij in geval van nood de buren zal helpen met zorgtaken,13 procent was daadwerkelijk mantelzorger voor een buur, in de afgelopen twaalf maanden. Ze kookten, reden naar de dokter of het ziekenhuis, deden de administratie of verleenden acute noodhulp.
De meeste buren doen het graag, al hechten bijna álle ondervraagden (97%) eraan dat burenhulp hun eigen vrije keuze is. Het mag geen verplichting worden. “Als iemand zorg nodig heeft, moet die niet afhankelijk zijn van een goedwillende buurvrouw die af en toe even komt binnenwippen”, verwoordt een Pluslezeres in het onderzoek.

Lees hier het volledige artikel.