Oudere valt minder met virtuele looptraining

Virtual reality zinvolle toevoeging valpreventie. Een looptraining met virtual reality helpt ouderen effectief om minder te vallen, beter dan een looptraining alleen.

Dit schrijven onderzoekers van het Radboudumc met hun internationale collega’s in The Lancet. De virtual reality training, die zowel cognitieve als fysieke eigenschappen van een looptraining combineert, is gemakkelijk toe te passen bij sportscholen, verzorgingstehuizen, of revalidatiecentra. Vooral patiënten met bewegingsstoornissen, zoals de ziekte van Parkinson, reageren goed op deze vorm van training.
Vallen is een veelvoorkomend probleem bij ouderen. Een derde van de 65-plussers valt minstens één keer per jaar. Van de mensen met verstandelijke beperkingen, dementie of Parkinson valt zelfs 60 tot 80 procent één of meerdere keren per jaar. Naast dat vallen leidt tot lichamelijke schade, leidt het vaak tot verlies van onafhankelijkheid, sociaal isolement of ziekenhuisopnames. De geschatte kosten van valincidenten bedragen ongeveer 1 tot 2 procent van de totale zorgkosten. Hoewel er veel aandacht is voor valpreventie, ontbreekt het nog aan goede preventieve maatregelen.
Hoofd trainen
Het risico op vallen neemt toe als ouderen het vermogen verliezen om met obstakels om te gaan tijdens het lopen. Dit kan komen door teruglopende cognitieve vermogens, zoals aandacht, motoriek en inschattingsvermogen. De gangbare looptrainingen voor ouderen richten zich echter voornamelijk op het trainen van de fysieke kanten van het lopen. Met de toevoeging van virtual reality verwachten de onderzoekers ook de cognitieve aspecten van het lopen beter te kunnen trainen.
Lees hier het volledige artikel.