Patiënten met spierziekte kunnen therapie voor kleincellige longkanker helpen verbeteren

Onderzoeksteam wil antistof nabouwen en beschikbaar maken voor alle patiënten met kleincellige longkanker.
Mensen met de spierziekte LEMS hebben een betere prognose bij kleincellige longkanker dan andere patiënten met kleincellige longkanker. Dit heeft te maken met een unieke antistof in hun bloed.

Hoogleraar en neuroloog prof. dr. Jan Verschuuren van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) wil de stof graag nabouwen, zodat die gebruikt kan worden in de therapie voor mensen met kleincellige longkanker.

Met de kennis over de ene ziekte, de therapie voor een andere ziekte verbeteren. Dat is precies wat Verschuuren samen met zijn team wil doen. De komende jaren gaan de afdelingen Neurologie, Longziekten, Pathologie en Humane Genetica onderzoeken hoe kennis over patiënten met de spierziekte LEMS (Lambert-Eaton myastheen syndroom) een doorbraak kan bewerkstelligen in de behandeling voor mensen met kleincellige longkanker.

Lees hier het volledige attikel.