Van Rijn: ‘Wijkverpleging heeft geen budgetprobleem’

Het budget in de wijkverpleging is ‘ruim voldoende’, zegt Martin van Rijn. Aanbieders moeten met zorgverzekeraars in gesprek blijven om de werkdruk te monitoren en afspraken te maken over mogelijke personeelstekorten.

Dat antwoordt staatssecretaris Martin van Rijn op Kamervragen over patiëntenstops in de wijkverpleging.

Tekorten
In zijn antwoorden gaat Van Rijn in op de tekorten in de wijkverpleging. Het beschikbare budget voor wijkverpleging is in 2017 ruim 400 miljoen euro hoger dan het budget in 2015. Volgens de staatssecretaris hebben zorgverzekeraars daarmee voldoende ruimte om de benodigde hoeveelheid wijkverpleging in te kopen. De zorgverzekeraars zouden hem hebben gezegd dat aanbieders aan de bel moeten trekken als de budgetplafonds ontoereikend blijken te zijn. Zorgverzekeraars hebben zorgplicht en moeten er dus voor zorgen dat er voldoende kwalitatief aanbod is voor hun verzekerden. Dit betekent ook dat de contractafspraken rekening moeten houden met de inzet van voldoende personeel. Aanbieders moeten met zorgverzekeraars in gesprek blijven om de werkdruk te monitoren en afspraken te maken over mogelijke personeelstekorten.

Akkoord
Inmiddels is ZN samen met de betrokken partijen van de wijkverpleging op bestuurlijk niveau een overleg gestart om het inkooptraject voor 2018 te verbeteren. Hier komen de knelpunten aan de orde en ook de arbeidsmarktproblematiek.  Volgens Van Rijn zijn de eerste signalen van de betrokken partijen positief. De staatssecretaris zal het traject ‘nauwlettend blijven volgen’ en ook met zorgverzekeraars in gesprek blijven om het belang van voldoende wijkverpleegkundige zorg te benadrukken.

Lees hier het volledige artikel.