Strijd zorgverleners en verzekeraars escaleert: apothekers eisen hogere vergoeding

De strijd tussen zorgverleners en -verzekeraars over de tarieven in de gezondheidszorg escaleert. Twintig Amsterdamse apothekers proberen verzekeraar Achmea deze week via de rechter te dwingen tot een hogere vergoeding voor geneesmiddelen. Het is voor zover bekend de eerste keer dat zorgverleners hun geschil met een verzekeraar over de zorgtarieven in de rechtszaal uitvechten.

Juridisch draait het om de vraag of verzekeraar Achmea contractbreuk pleegt door eerdere afspraken over de hoogte van de vergoedingen niet na te komen. Achmea betaalt de apothekers vergoedingstarieven die de verzekeraar zelf redelijk vindt, ongeacht of apothekers het geneesmiddel tegen die prijs kunnen inkopen. Dat laatste is steeds minder vaak het geval, stellen de twintig Amsterdamse apothekers. Hun kort geding dient woensdag voor de rechtbank in Utrecht.

Tarieven eenzijdig bepaald
De apothekers willen met de rechtszaak bovendien de aandacht richten op een grotere kwestie, waarover niet de rechter maar de Tweede Kamer een uitspraak moet doen: is het wenselijk dat een handjevol grote zorgverzekeraars eenzijdig de tarieven in de gezondheidszorg bepaalt?

Ja, zei VVD-minister Edith Schippers van Volksgezondheid vorige week op Radio 1. De verzekeraars hebben de taak gekregen de kosten in de zorg te drukken. Het betekent dat ze zo nu en dan de ‘boeman’ moeten uithangen, aldus de bewindsvrouw.

Nee, zeggen de brancheverenigingen van vrijwel alle Nederlandse zorgaanbieders – van ziekenhuizen tot kleine zelfstandigen, zoals fysiotherapeuten, logopedisten, psychotherapeuten en nu dus apothekers. Allen hebben dezelfde klacht: de marktmacht van de zorgverzekeraars zou zo groot zijn dat zorgverleners geen andere keuze hebben dan akkoord te gaan met de ‘wurgcontracten’ die verzekeraars aan hen voorleggen.

Onder de kostprijs
Zo heeft Achmea in Amsterdam een marktaandeel van 75 procent. ‘Als ik geen contract sluit met Achmea ga ik direct failliet’, zegt de Amsterdamse apotheker Henny Atta. Ruimte om te onderhandelen met Achmea over betere tarieven heeft Atta niet, die worden eenzijdig door Achmea vastgesteld. ‘Als Achmea onder de kostprijs blijft betalen, ga ik ook failliet.’

Het water staat de Amsterdamse apothekers aan de lippen. ‘De tijd dat apothekers grootverdieners waren ligt ver achter ons’, zegt Atta. Hij betaalt zichzelf uit zijn bedrijf slechts 30 duizend euro aan salaris per jaar, niettemin dreigt zijn apotheek om te vallen. In theorie zou Atta zijn bedrijf kunnen redden door een lagere medicijnprijs te bedingen bij zijn farmaceutische toeleveranciers. Atta noemt het niet realistisch te verwachten dat een individuele apotheker de prijs naar beneden kan onderhandelen. ‘Nu verstrek ik sommige patiënten medicijnen terwijl ik daar zelf honderden tot duizenden euro’s op verlies.’

Premie zo laag mogelijk
Achmea wil vooralsnog niet op de kwestie reageren. ‘Wij zullen onze argumenten in de rechtbank uiteenzetten’, zegt een woordvoerster van het verzekeringsconcern. Het is volgens haar de primaire taak van de verzekeraar om de premie voor de verzekerden zo laag mogelijk te houden. ‘Mede doordat we scherp op de kosten van medicijngebruik letten, kunnen we onze premies komend jaar verlagen.’

Bron: Volkskrant