Telefonische controle na operatie soms optie

Voor bepaalde groepen patiënten voldoet een telefoontje als postoperatieve controle. Dit stellen Kimberly Hwa en Sherry Wren op basis van een studie bij 141 poliklinische patiënten die een laparoscopische cholecystectomie of een liesbreukoperatie ondergingen. De resultaten staan beschreven in JAMA Surgery.

De keuze voor deze ingrepen is logisch: ze geven zelden complicaties, en als die zich voordoen, melden patiënten zich doorgaans toch wel door te bellen of naar de SEH te komen. Patiënten werden twee weken na de operatie gebeld door een physician assistant die een vaste lijst met punten afwerkte. Hij of zij vroeg onder meer naar de algehele gezondheid, symptomen van mogelijke infectie, en hoe de wond eruit zag. Als de patiënt zijn of haar dagelijkse activiteiten weer had opgepakt en er geen aanwijzingen waren voor infectie, volgde ontslag uit de follow-up. Indien gewenst, mochten patiënten alsnog naar het ziekenhuis komen voor een controle.

Ongeveer 80 procent van de patiënten kon worden bereikt. Van hen wilde een derde deel van de liesbreukpatiënten toch gezien worden, van de galblaaspatiënten slechts 10 procent. Bij die laatste groep kwamen in het geheel geen complicaties voor, in de herniagroep bij 5 procent. Die complicaties kwamen tijdens het telefoongesprek aan het licht. Er kwamen geen complicaties voor die gemist werden doordat er telefonisch in plaats van ‘live’ gecontroleerd was.

Volgens de onderzoekers waardeerden de patiënten de telefonische controle, omdat het hen nogal wat wacht- en reistijd scheelde. Niet verwonderlijk, aangezien de gemiddelde reistijd (heen en weer) van deze patiënten ongeveer 2,5 uur was.

Bron: Medisch contact artsennet