Van de voorzitter, wie wil dat uiteindelijk niet?

De olympische spelen zitten er weer op. Veel mensen hebben genoten van dat sportspektakel en ik moet zeggen dat ik ook een aantal sporten met plezier gevolgd heb. Wat mij dan opviel was dat sporters die gepresteerd hadden volop in het nieuws waren in allerlei praatprogramma’s. Die aandacht verdienen deze mensen natuurlijk ook en naast bijvoorbeeld een medaille is het zeker ook leuk om met jouw sport eens in de schijnwerpers te staan. De sporter heeft vaak een voorbeeldfunctie en er gaat een wervende functie voor de sport in zijn algemeenheid van uit, als er een tot de verbeelding sprekende prestatie is verricht.

Zeker ook mensen met beperkingen kunnen door sporten nog veel aan hun situatie verbeteren. De spelen voor gehandicapten zijn net zo betekenisvol als de spelen voor de overige sporters en de prestaties zijn daarom dus even waardevol. Voor ieder van ons kunnen deze wedstrijden net zo spannend en interessant zijn als alle overige wedstrijden om naar te kijken, het gaat immers om de beleving die je er bij hebt. Gehandicapte topsporters hebben dus eveneens een voorbeeldfunctie en spreken net zo tot de verbeelding.

In veel gesprekken van al die topsporters komt tot uitdrukking dat ze niet door ouders opgezweept werden maar wel geholpen en waar nodig gestimuleerd. De motivatie komt altijd uit de persoon zelf en dat vormt voor hen dus een sterke basis om door te gaan. Juist in de huidige tijd past deze motivatie om te sporten uitstekend en zelfs de ziektekostenverzekeraars moedigen dit aan. Want op een verantwoorde manier sporten draagt bij aan beweeglijkheid, conditie en een gezonde geest. Als je de motivatie op kunt brengen om op jouw eigen niveau te sporten, bevorder je als het ware jouw eigen “prestaties”. Wie wil dat uiteindelijk niet?
Louis Bosman