80 procent van de waarnemend huisartsen wordt door de coronacrisis geconfronteerd met praktijkhouders die waarnemingen afzeggen. Zij ervaren daardoor een verlies aan inkomsten en 13 procent van hen verwacht al op korte termijn financiële problemen of problemen met het betalen van vaste lasten. Bovendien vinden ze het ongemakkelijk om thuis te zitten in de crisis, terwijl ze graag willen werken.
Dat blijkt uit een enquête die afgelopen weekend door waarnemend huisarts Marjan Kruijer werd verspreid op social media en waar 654 waarnemers op hebben gereageerd. Slechts 20 procent van hen zegt dat er géén werk is afgezegd sinds de coronacrisis. 40 procent meldt dat incidentele waarnemingen zijn afgezegd en 39 procent dat vaste waarneemdagen zijn afgezegd. Ook zegt 2 procent van de deelnemers aan de enquête dat hun contract met praktijkhouders volledig is gestopt. 55 procent van de opzeggingen gebeurde zonder overleg met de praktijkhouder. 30 procent van de deelnemers kan geen vervangend werk vinden voor de werkdagen die zijn uitgevallen.
Kruijer initieerde de enquête, nadat de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) praktijkhouders opriep detacherings- en waarneemcontracten niet om financiële redenen op te zeggen. Volgens een woordvoerder krijgt de LHV sinds maart veel vragen over de samenwerking tussen praktijkhouder en waarnemer. Dat is onder meer een gevolg van het anders organiseren van huisartsenpraktijken sinds de uitbraak van het SARS-CoV-2-virus en het uitstellen van zorgvragen door patiënten.
Lees hier het volledige artikel.