Verborgen genetische defecten met reële kans op ernstige ziekten

Onderzoekers van het Radboudumc, het Maastricht UMC+ en internationale collega’s hebben voor het eerst een goed inzicht gekregen in de ‘verborgen genetische defecten’ van de algemene Europese bevolking.

Dat is belangrijk omdat deze defecten, als ze zowel bij vader als moeder voorkomen, tot allerlei ziekten kunnen leiden bij hun kinderen.

Onderzoek in de Nederlandse en Estlandse bevolking laat zien dat een mens twee tot vier van dergelijke verborgen genetische defecten heeft. Dit leidt bij 1 op de 100 paren tot een situatie met verhoogd risico voor toekomstige kinderen. Bij bloedverwantschap blijkt zelfs 20 procent van de paren een hoog risico te hebben. Dat schrijven de onderzoekers in artikelen in The American Journal of Human Genetics en Genetics in Medicine.

Ieder mens krijgt de helft van zijn genen van de moeder, de andere helft van de vader. Van elk gen heb je dus twee kopieën. Soms is een van die twee kopieën defect, zonder dat je ziek wordt omdat het andere gen nog goed werkt. Dan spreken we over een verborgen genetisch defect (in onderzoekstaal: een autosomaal recessief gen). Zo’n verborgen genetisch defect kan toch onverwacht voor problemen zorgen als een kind zowel van de vader als moeder zo’n zelfde verborgen defect, zo’n zelfde gemuteerd gen krijgt. Beide ouders zijn gezond, hebben nooit last gehad van het verborgen genetisch defect. Maar nu die beide verborgen genetisch defect van vader én moeder bij het kind samenkomen, treedt de ziekte ineens wel aan het licht.

Lees hier het volledige artikel.