Waar blijven de speurneuzen?

Honden zijn meestersnuffelaars. Ze worden getraind om ziektes te ruiken in iemands adem, zweet, ontlasting of urine. Knap, maar het gebruik van dieren in de diagnostiek is niet erg praktisch.

Via een luik komt de hond de ruimte binnen. Snuffelend loopt hij rondjes om een carrousel waaraan verschillende geurmonsters hangen. Eén voor één gaat hij ze af. Dan houdt het dier stil en gaat zitten. Dit is hem, deze is anders dan de rest. De trainer komt binnen en beloont de hond door met hem te spelen; hij heeft het goede monster eruit weten te pikken.

De beelden komen van een filmpje gemaakt door KNGF Geleidehonden, waar medewerkers in samenwerking met het VUmc ‘darmkankerhonden’ trainen. In de monsters zit ontlasting van mensen. Met hun gevoelige neus lukt het de honden om de geur van darmkanker in de ontlasting te herkennen.

In de afgelopen jaren konden honden steeds meer successen op hun naam schrijven: ze merken de geur van verschillende soorten kanker, malaria, diabetes en nierziekte op in urine, adem, zweet of ontlasting. Studie na studie onthult dat de viervoeters een fijn neusje hebben voor ziektes. Als ze zo goed zijn in diagnoses stellen, waarom rennen er dan nog geen honden rond in het ziekenhuis?

Lees hier het volledige artikel.

Kijk hieronder voor een informatiefilmpje.