‘Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang geen basis voor verplichte anticonceptie’

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang bieden geen basis voor het opleggen van verplichte anticonceptie. Voor gedwongen anticonceptie is specifieke wetgeving nodig, stelt een advocaat-generaal in een advies aan de Hoge Raad.

In een bericht op de eigen website stelt de Hoge Raad vast dat er door rechtbanken verschillend wordt gedacht over de vraag of verplichte anticonceptie onder de werking van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), die op 1 januari 2020 in werking is getreden, valt of niet. Er zijn diverse uitspraken van rechtbanken geweest die verplichte anticonceptie als vorm van gedwongen zorg in een zorgmachtiging hebben opgelegd, maar ook uitspraken waarin dat niet is gedaan.

Misbruik
Voor het eerst is nu een zaak in cassatie aan de Hoge Raad voorgelegd, waarin een advocaat de Hoge Raad vraagt een eerder oordeel van de rechter te vernietigen. Het gaat in deze zaak om een vrouw die lijdt aan onder meer psychische en ontwikkelingsstoornissen en verslavingsproblematiek, die bij terugval makkelijk in handen valt van personen die (seksueel) misbruik van haar maken. In een eerdere rechtszaak heeft de rechter zich uitgesproken over dat Implanon of een andere langdurige anticonceptie bij haar is toegestaan als verplichte vorm van zorg.

Lees hier het volledige artikel.