Zelfbeschadiging en suïcidegedachten hebben gemeenschappelijke genetische basis

Mensen die zichzelf beschadigen (op zich niet bedoeld om zichzelf te doden) hebben ook een grotere kans een poging tot daadwerkelijke zelfdoding te doen.

Hoogleraar ontwikkelingspsychologie Hans Koot: “Zelfbeschadiging is dus niet een relatief onschuldig verschijnsel dat vanzelf wel overgaat, maar een indicatie voor een verhoogd risico op suïcidaliteit. Vroegtijdig ingrijpen bij zelfbeschadiging is nodig om de kans op suïcide te verkleinen”. De samenhang tussen beide fenomenen is voor ongeveer tweederde toe te schrijven aan gemeenschappelijke genetische invloeden. De twee soorten gedragingen hebben dus voor een belangrijk deel dezelfde biologische mechanismen gemeen. Dit concluderen Dominique Maciejewski en Karin Verweij, ontwikkelingspsychologen van de Vrije Universiteit Amsterdam in een publicatie in JAMA Psychiatry.

Vaak zelfbeschadiging en suïcidaliteit bij depressie en borderline
Het VU-onderzoek laat zien dat zelfbeschadiging en suïcidaliteit vaak samen optreden en voor een groot deel uit dezelfde erfelijke aanleg voortkomen. Zelfbeschadiging, bijvoorbeeld door krassen, snijden of branden, en gedachten aan of pogingen tot zelfdoding hebben meer gemeen dan voorheen gedacht. Het gaat om schadelijke gedragingen, die veel voorkomen bij mensen met depressie en bij mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis.

Lees hier het volledige artikel.