Wat een eenvoudig wormpje ons kan leren over veroudering en kanker

Met zijn bescheiden lengte van een millimeter is het rondwormpje C. elegans een eenvoudig organisme. Toch kan het beestje ons veel leren over verouderingsziekten en kanker. Moleculair bioloog Hannes Lans wijdt er zijn wetenschappelijke carrière aan.

‘Eigenlijk doen ze niets meer dan eten, poepen en zichzelf voortplanten’, vertelt Hannes Lans terloops terwijl hij de slingerende C. elegans-wormpjes laat zien onder de microscoop. De beestjes zijn hermafrodiet, ongeveer 1 millimeter groot en bestaan uit net iets minder dan 1000 lichaamscellen. Het is die relatieve eenvoudigheid die het wormpje een geliefd en veelgebruikt model maakt voor wetenschappelijk onderzoek.

Rottend fruit
Lans leerde C. elegans kennen tijdens zijn promotie-onderzoek. Toen focuste hij op de manier waarop het diertje zijn omgeving waarneemt. De C. elegans kan namelijk voelen, proeven en ruiken. Die eigenschappen heeft het nodig om te overleven in zijn natuurlijke habitat: een vochtige bodem en rottend fruit. Daar voedt het wormpje zich met bacteriën.

Inmiddels is de interesse van Lans verschoven naar het veld van DNA-reparatie. Hij is universitair hoofddocent met een eigen onderzoeksgroep bij de afdeling Moleculaire Genetica van het Erasmus MC. Dat hij nog steeds C. elegans gebruikt voor zijn onderzoek is geen toeval. Het is het eerste meercellige organisme waarvan het complete genoom in kaart is gebracht. Dat vormde het fundament voor nieuwe onderzoeksvelden waarin wetenschappers C. elegans gebruiken om allerlei biologische vraagstukken te bestuderen. ‘Een klein wereldje, echt ons-kent-ons’, zegt Lans.

Lees hier het volledige artikel.