Zelfzorg bij hartfalen gebaat bij psychisch welbevinden van de patiënt

Psychosociale factoren zijn van belang als het gaat om de kwaliteit van de zelfzorg en gezondheid van . Factoren die positieve invloed hebben op die zelfzorg zijn onder meer emotioneel goed in je vel zitten en het hebben van een partner.

Ook blijkt zelfzorg een complex en multidimensionaal fenomeen in relatie tot gezondheid. Dat stelt Dionne Kessing in haar proefschrift Taking Care of the Failing Heart, dat ze vrijdag 5 februari 2016 verdedigde aan Tilburg University.

Chronisch hartfalen is een ongeneeslijke en langzaam progressieve aandoening. Het aantal patiënten met chronisch hartfalen stijgt aanzienlijk en het risico op heropnames is groot. De behandeling bestaat voor een groot deel uit dagelijkse zelfzorg, wat inhoudt: zout- en vochtbeperking, medicatie, dagelijks wegen, regelmatige lichaamsbeweging en het monitoren van hartfalensymptomen en zonodig de arts/verpleegkundige raadplegen.

Goede zelfzorg van de hartpatiënt hangt samen met een betere hartfalen-gerelateerde kwaliteit van leven. Dit verband is onlosmakelijk verbonden met het psychologisch functioneren. Worden er objectieve maten gemeten, zoals de nierfunctie, dan kunnen er toch tegengestelde verbanden zichtbaar worden voor de verschillende zelfzorgactiviteiten. Een mogelijke verklaring hiervoor is onder meer dat verergering van de hartaandoening een trigger is van zelfzorg. Zo werd er een verband gevonden tussen betere zelfzorg en een slechtere nierfunctie, en ook bleek zoutbeperking samen te hangen met een hoger risico op vervroegd overlijden.

Lees hier het volledige artikel.