2016 opnieuw een slecht jaar voor orgaandonatie

Het aantal donoren dat na hun overlijden doneerde is met 11% fors gedaald in het jaar 2016. Wat zich uit de eerste halfjaar cijfers al liet optekenen, heeft zich helaas over het hele jaar doorgezet.

De overheid, ziekenhuizen en vele andere professionals hebben in de looptijd van het Masterplan Orgaandonatie (2008-2016) alles gedaan om structureel het verschil te maken voor de Nederlanders die wachten op een levensreddend donororgaan.

Met 13,8 postmortale donoren per miljoen inwoners in 2016 is het niet gelukt het aantal donaties te vermeerderen. Waar Nederland al jaren een van de laagst aantal postmortale donoren in Europa had, moet deze daling – gezien de vele gelden en initiatieven van de afgelopen jaren – hard aankomen bij de Minister en de NTS die deze jarenlange campagne hebben geleid.

Sterker nog, oprekking van de leeftijdscriteria om te kunnen doneren in 2011 en 2012, heeft tot extra donoren geleid zoals KPMG Plexus in haar rapport aan de Minister van VWS in 2015 al concludeerde. Deze extra oudere donoren maskeren een nog grotere daling in het aantal donoren de afgelopen jaren. Andere landen presteren beduidend beter met aantallen die 2x zo hoog zijn. Spanje loopt hierbij ver voorop, met bijna 40 postmortale donoren per miljoen inwoners. Eén donor zorgt gemiddeld dat 3 mensen een levensreddend orgaan ontvangen.

Het voornaamste verschil tussen Nederland en de andere landen? Het systeem waarmee mensen hun keuze om wel of geen donor te worden vastleggen (in de zogenaamde donorwet). In meer dan 20 Europese landen is een opt-out systeem van kracht, waarbij men geregistreerd staat als donor tenzij men actief een andere keuze vastlegt. Het actieve donorregistratie systeem, waar de Tweede Kamer al mee heeft ingestemd, is dan ook voor Nederland van levensbelang.

Lees hier het volledige artikel.