Computer berekent ernst van de artrose

Wanneer een arts artrose vaststelt, is de vraag: welke behandeling past bij deze patiënt? Die keuze hangt onder andere af van de toekomstverwachting. Hoe ernstig wordt de artrose en met welke beperkingen krijgt de patiënt te maken? In Eindhoven ontwikkelen onderzoekers een computermodel dat artsen kan helpen bij het bepalen van de behandeling.

Het eerste gewricht dat de onderzoekers onder de loep hebben genomen, is de knie. Het model berekent op welke manier een beschadigde knie wordt belast en hoe deze belasting kan leiden tot schade. Hoe is de stand van de knie? Welk gewicht moet de knie dragen? Op welke manier beweegt het gewricht?

Ongekende krachten

Dr. René van Donkelaar van de Technische Universiteit Eindhoven is de bedenker van het computermodel. ‘De krachten die het kraakbeen in je knie moet dragen, zijn ongekend. Het gaat bij de meeste mensen goed dankzij verschillende goede eigenschappen van kraakbeen. Als een van deze eigenschappen door overbelasting raakt aangetast, raken andere eigenschappen ook aangetast. Zie het als een rij dominostenen. Als er eentje valt, vallen er meer. Wij kunnen berekenen welke het eerst valt, hoeveel er volgen en hoe snel dat zal gaan.’

Goede behandeling begint op tijd

Natuurlijk zijn er meer factoren dan belasting die het verloop van artrose beïnvloeden, maar het Eindhovense model geeft extra houvast. En dit is nodig, want een goede artrosebehandeling begint op tijd. Hoe eerder je op de juiste manier ingrijpt, hoe kleiner de kans op verergering. Daarnaast kan het model helpen bij het bepalen van de behandeling. ‘Zo kan de reumatoloog of orthopeed zich afvragen of het nuttig is om de stand van de knie te veranderen. Met ons model kun je straks precies uitrekenen hoeveel verbetering je daarmee bereikt.’

Volgende stap

De volgende stap is de voorspellende waarde van het model vast te stellen. ‘Onze gegevens komen uit het laboratorium. In hoeverre dit overeenkomt met wat er daadwerkelijk bij mensen met artrose gebeurt, moeten we verder onderzoeken.

Bron: Technische Universiteit Eindhoven, via het Reumafonds