Dochters helpen hun ouders met kwalen meer dan zonen

Ouders die hopen dat de kinderen zullen bijdragen aan hun verzorging als ze hulpbehoevend worden, hebben meer kans dat deze wens in vervulling gaat als ze dochters hebben. Dit is de conclusie van een studie die gisteren is gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de vereniging van Amerikaanse sociologen in San Francisco. Vrouwen proberen hun hulpbehoevende ouders zo veel mogelijk bijstand te bieden, terwijl mannen geneigd zijn zo min mogelijk uit te voeren.

Andere helpers
Volgens het onderzoek besteden dochters gemiddeld 12,3 uur per maand aan hulp aan hun ouders, terwijl zoons uitkomen op gemiddeld 5,6 uur. Waar de hoeveelheid bijstand die dochters bieden vooral wordt beperkt door hun werk en de zorg voor eigen kinderen, hangt de hulp die zoons bieden vooral af van aanwezigheid van andere helpers. Pas als er niemand is om de ouders te verzorgen, lijkt het mannelijk nageslacht genegen bij te springen, aldus onderzoekster Angelina Grigoryeva van de universiteit van Princeton.

Thijs van den Broek, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit en gespecialiseerd in mantelzorg, herkent het beeld dat dochters meer doen dan zoons. ‘Dat blijkt uit veel studies, ook in Nederland.’

Lees hier het volledige artikel.