Duurder wordende medicijnen deels gevolg van overheidsbeleid

Nederlandse wetenschappers tonen aan dat overheidspogingen om de medicijnenprijzen te drukken averechts kunnen werken. Nieuwe geneesmiddelen worden steeds duurder, ondanks overheidsmaatregelen om de prijzen aan banden te leggen. En soms werken die prijsdempende maatregelen juist averechts.

Dat schrijven drie Nederlandse onderzoekers vorige week in het wetenschappelijke blad PLOS ONE.

Overheden bedachten bijvoorbeeld zogeheten QALY’s, een bedrag dat een jaar langer in goede gezondheid leven mag kosten. Is een medicijn duurder dan dat, dan zal het niet gebruikt worden, hoe goed het ook is. „Maar geneesmiddelenfabrikanten zijn de QALY’s gaan gebruiken als richtprijs”, zegt Toine Pieters, hoogleraar geschiedenis van de farmacie aan de Universiteit Utrecht.

Pieters en zijn team doorzochten de wetenschappelijke literatuur en vier Engelstalige kranten (The Financial Times, The New York Times, The Wall Street Journal en The Guardian) op artikelen over medicijnprijzen. Samen met tweede auteur Carin Uyl-de Groot van het Erasmus MC zit Pieters in het bestuur van Cinderella, een non-profitorganisatie die nastreeft verwaarloosde en vergeten medicijnen tegen redelijke prijzen beschikbaar te maken voor patiënten. „Altijd als het over de grote farmaceutische industrie en de woekerprijzen ging, dan bleef dat hangen op het niveau van vermoedens. Daarom wilden we eens systematisch onderzoeken hoe deze marktmechanismen in elkaar zitten.”

Lees hier het volledige artikel.